Wat is wagenziekte?
Kinderen tussen 2 en 10 zijn het gevoeligst aan wagenziekte. Wanneer hun ogen niet dezelfde beweging registreren als het evenwichtsorgaan in hun binnenoor, worden ze moe, duizelig en misselijk. In het ergste geval moeten ze overgeven. Begint je kind opvallend veel te geeuwen? Dan is dat meestal een eerste symptoom van wagenziekte.
Tips tegen wagenziekte
Voorkomen is beter dan genezen. Gelukkig zijn er verschillende manieren om wagenziekte bij kinderen te vermijden of verminderen.
1. Laat je kind naar buiten kijken
Verhoog het zitje van je kind zodat hij altijd de horizon kan zien, het liefst via de voorruit. Wijs hem onderweg op de omgeving (Kijk: een koe!) of speel autospelletjes die zijn blik naar buiten richten.
2. Vermijd naar beneden te kijken
Om het verschil te verkleinen tussen wat de ogen zien en wat de hersenen aan informatie ontvangen, is het belangrijk dat je kind niet kijkt naar iets wat zich te dichtbij bevindt. En zeker niet naar beneden. Geen boeken, kleurschriften, tablets of games dus.
3. Leid het kind af
Door afleiding is het kind niet zo gefocust op zijn slechte gevoel. Zet de lievelingsliedjes van je kind op en zing uit volle borst mee. Een verhaaltje of audioboek kunnen ook wonderen doen: tijdens het luisteren kan je kindje rustig naar buiten kijken (in de rijrichting).
4. Slapen in de auto
Een slapend kind wordt minder gemakkelijk misselijk. Je kan bijvoorbeeld ’s nachts rijden of de ritten zo timen dat ze (een deel) slapen in de auto. Zorg eventueel voor verduistering en een comfortabele autostoel. Neem een knuffel of dekentje mee.
5. Zorg voor verfrissing
Warmte maakt misselijk. Zorg voor verkoeling en frisse lucht in de wagen. Laat je kind – als het veilig kan – af en toe zijn hand uit het raam steken. Roken en sterke geuren zijn te vermijden.
Als je merkt dat je kind toch misselijk wordt, leg dan een nat washandje in zijn nek of op zijn gezicht.
6. Pak lichte snacks mee
Zet je kinderen niet met een lege maag in de auto, maar geef ze ook geen vet eten voor jullie vertrek. Pak licht verteerbare snacks mee voor onderweg: rijstwafels, crackers, een droge koek, wortelen, appeltjes of stukjes komkommer. Vergeet geen drinkbussen vol fris water (zonder prik).
Extra tip: Harde snoepen traag opzuigen kan helpen tegen een misselijk gevoel. Geef dit echter niet aan kleuters die zich gemakkelijk kunnen verslikken.
7. Rustig rijden
Een rustige rijstijl kan nooit kwaad, maar met een wagenziek kind op de achterbank is het extra aangeraden. Zeker in de bergen doe je het beter rustig aan. Voeg regelmatig pauzes in. Als het kan, vermijd dan tankstations en kies stopplaatsen met bomen en gras (en zonder brandstofgeur). Laat je kinderen rondwandelen of speel een spelletje, zodat ze fris aan de volgende etappe kunnen beginnen.
8. Medicatie
Is de wagenziekte heel erg of reis je in groep met een bus, dan is op voorhand langsgaan bij een dokter een goed idee. Er kan eventueel medicatie voor wagenziekte worden voorgeschreven.
Een voorbereide ouder is er twee waard
Een goede voorbereiding bij het volproppen van de auto, is ook van belang. Zorg dat je altijd aan water en snacks kan, eventueel aan een kom, handdoeken of keukenpapier en … reservekledij.
