Net zoals bij een geboorte heeft een gezin ook bij de komst van een adoptiekind tijd nodig om te wennen aan de nieuwe situatie. Adoptieverlof is er om ouders en kind die tijd te geven: om elkaar te leren kennen en om het kind de kans te geven zich te hechten. Vaak heeft een adoptiekind al een breuk of vorm van verlies meegemaakt, terwijl adoptieouders vóór de geboorte meestal nog geen band hebben kunnen opbouwen. Daarom vraagt de Gezinsbond om een langer adoptieverlof.
Duur van het adoptieverlof
Adoptieouders kunnen momenteel ieder zes weken adoptieverlof nemen als hun adoptiekind minderjarig is. Dat verlof is niet overdraagbaar van de ene op de andere ouder. Daarnaast is er een bijkomend adoptieverlof dat verdeeld kan worden over beide adoptieouders of helemaal opgenomen kan worden door de alleenstaande adoptieouder. Het bijkomende adoptieverlof bedraagt momenteel vier weken en vanaf 1 januari 2027 wordt dit verhoogd tot vijf weken.
Het individueel adoptieverlof per ouder wordt verdubbeld (tot maximum twaalf of acht weken) wanneer het kind:
- een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid heeft van minstens 66 %,
- een zorgbehoefte heeft waarvoor minstens 4 punten worden toegekend in pijler 1 van de medisch-sociale schaal van de kinderbijslag/Groeipakket
- of in totaal minstens 9 punten krijgt op de drie pijlers samen van de medisch-sociale schaal, volgens de regels van de kinderbijslag/Groeipakket.
Het individueel adoptieverlof wordt ook met twee weken verlengd bij de gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen. Deze twee extra weken zijn een forfait. Dat betekent dat ze gelijk blijven, ongeacht het aantal gelijktijdig geadopteerde kinderen.
Het adoptieverlof moet altijd per week opgenomen worden en in een aaneensluitende periode. Je kan zelf kiezen hoeveel weken je opneemt. Je moet binnen twee maanden na de inschrijving van je kindje in het bevolkings- of het vreemdelingenregister van je gemeente starten met het verlof. Werknemers moeten hun werkgever minstens één maand voor de start laten weten dat ze verlof zullen nemen. In overleg kan deze periode korter zijn.
Hoeveel bedraagt de vergoeding?
- Voor werknemers bedraagt de vergoeding tijdens deze periode 82% van het begrensde loon, behalve voor de eerste drie dagen. Die zijn ten laste van de werkgever.
- Zelfstandigen hebben recht op een forfaitair bedrag.
- Overheidspersoneel behoudt zijn wedde.
Nog te kort
Bij de Gezinsbond zijn we blij dat het adoptieverlof de voorbije jaren verlengd is voor alle ouders en uitgebreid naar alle statuten. Ook zijn we tevreden dat de definitie van ‘zorgbehoefte’ bij adoptiekinderen ruimer geworden is dan enkel de medische definitie. Daar hebben we jarenlang voor geijverd.
Toch vinden we dat het verlof nog te kort is. Een adoptiekind heeft meestal al een breuk of een vorm van verlies meegemaakt. Adoptieouders hebben vóór de geboorte nog geen band kunnen opbouwen met hun adoptiekind. Een goede opvang in het gezin en een lange hechtingsperiode kunnen veel problemen voorkomen, zowel op het moment dat zij adoptieouders worden als daarna. De huidige duur van het adoptieverlof is te kort om die goede start mogelijk te maken.
Experten die adoptiegezinnen begeleiden, raden een ‘één-op-één’-relatie aan van een half jaar tot een jaar. Minstens één van de ouders zou daarom langer adoptieverlof moeten kunnen nemen als dat gewenst is.
Wat kan beter?
De Gezinsbond stelt voor om het adoptieverlof structureel uit te breiden en meer flexibiliteit mogelijk te maken. We vragen:
- het adoptieverlof op korte termijn uit te breiden tot 15 weken voor één ouder en 6 weken te behouden voor de andere ouder, naar analogie met de moederschapsrust en het geboorteverlof, en dit ongeacht de leeftijd van het adoptiekind;
- het adoptieverlof op lange termijn verder uit te breiden, zodat één ouder 26 weken adoptieverlof kan opnemen (een half jaar) en 6 weken behouden blijven voor de andere ouder, naar analogie met ons standpunt over de verlenging van de moederschapsrust.