Een losgeslagen projectiel, zo omschrijft Winok Seresia (52) zichzelf als tienjarige. Vandaag is daar niets meer van te merken. Voor mij zit een zachtaardige man met een grote glimlach en een aanstekelijk enthousiasme. Iemand die al meer dan twintig jaar aan het roer en op het podium staat als Kapitein Winokio. Die boekjes schrijft en muziek maakt waar kinderen sterker en slimmer van worden. Zijn inspiratie? Een schatkist vol creatieve prikkels die hij meekreeg in zijn kinderjaren. En een geweldig goed geheugen.

Winok Seresia (52)
- Bekend als Kapitein Winokio, veelzijdig muziekartiest voor kinderen en hun ouders: kapiteinwinokio.be.
- Brengt in september drie nieuwe boeken uit over het lichaam. Je vindt ze op pelckmansuitgevers.be.
- Staat met zijn muziekmatrozen in heel wat zalen met zijn nieuwe theatershow ‘Hoofd, schouders, knie en teen’.
Creativiteit
Kapitein Winokio: ‘Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat ik een creatieve, brede en muzikale opvoeding kreeg, overgoten met flink wat humor. Zij wou eigenlijk operazangeres worden, maar het mocht niet van haar ouders. De remmingen die zij zelf had ondervonden, heeft ze omgezet in stuwmotoren voor mijn creativiteit: “Doe alles waar je van droomt!” We gingen vaak naar concerten en ze leerde mij zowel David Bowie en ABBA kennen als de reggae van Toots and the Maytals.
Ik herinner mij nog dat ik als vierjarige in bed lag en mijn moeder riep, maar ze antwoordde niet. In paniek dacht ik: “Oh nee! Ze is dood!” Hoewel ik eigenlijk in bed moest blijven liggen, durfde ik er uiteindelijk toch uitkomen. Ik ga nooit het beeld vergeten dat ik toen zag: mijn moeder die met zo’n dikke seventies-koptelefoon op haar oren intens zat te genieten van muziek.’
Onrustige drive
Kapitein Winokio: ‘Helaas waren er heel veel problemen tussen mijn moeder en mijn vader, waardoor ik als kind vaak spanningen heb gevoeld. Ik heb geweld gezien en dingen meegemaakt die echt niet oké waren. Maar het waren de jaren zeventig hé, er werd niet over gepraat, en al zeker niet met zo’n jong kind. Toen ik tien was en mijn ouders gingen scheiden werd mij gewoon gevraagd: “Met wie ga je nu mee? Met je mama of met je papa?” Ik heb daar geen trauma aan overgehouden, maar het was natuurlijk allesbehalve ideaal. Wanneer ik bij vriendjes op bezoek ging en zag dat die ouders goed overeenkwamen, voelde ik altijd een verwondering: “Ah, tiens, zo kan het ook!”
Dus ja, muziek gecombineerd met spanningen, dat was zowat de sfeer waarin ik opgegroeid ben. Al die ervaringen zorgden voor bepaalde lijnen die impact hadden op mijn latere leven, al heb ik van die spanningen tussen mijn ouders bijna 20 jaar lang geen last gehad. Er zat sowieso wel een onrustige drive in mij, maar die heeft me gemaakt tot de muzikant die ik nu ben. Toch besefte ik op een bepaalde leeftijd dat ik die onrust wilde loslaten, en via therapie en meditatie heb ik toen met heel wat dingen kunnen afrekenen.’
Weglopen naar de grootouders
Kapitein Winokio: ‘Mijn grootouders waren fijne en lieve mensen, wij hadden een heel goeie band. Bij hen voelde ik een ander ritme dan thuis, een andere adem. Wanneer mijn moeder en ik door de toestanden in ons gezin weer eens moesten wegvluchten, trokken we vaak naar hen. Maar omdat het in die jaren niet gebruikelijk was om openlijk te praten over relatieproblemen, wisten die mensen niet goed hoe ze moesten reageren. Ze probeerden de situatie eerder toe te dekken, zo van: “Stil jongen, ga maar gewoon terug naar huis.”
In het begin van mijn carrière vroeg mijn grootvader regelmatig of ik niet beter loodgieter zou worden in plaats van muzikant. Want dan zou ik goed mijn boterham verdienen. Maar ja, ik had die creatieve drive en wist duidelijk waar ik naartoe wou, dus ik twijfelde geen seconde. Na verloop van tijd zag hij wel in dat ik goed bezig was en steunde hij mij vol enthousiasme.’
Losgeslagen projectiel
Had je als kind, behalve muziek, nog bepaalde uitlaatkleppen om die spanningen kwijt te raken?
Kapitein Winokio: ‘Ik ging heel graag naar school en vond het absoluut niet erg om daar elke dag acht uur door te brengen, dat was mijn grote voordeel. Maar rond mijn tiende veranderde ik door al de problemen thuis in een losgeslagen projectiel; iemand moest maar mijn bal wegschoppen of ik ging hem letterlijk een mep verkopen. Er zat heel veel opgekropte agressie in mij en mijn moeder, toen een alleenstaande ouder, kreeg te horen dat ik meer structuur nodig had. Ze is dan met mij naar het internaat van het college in Melle getrokken, en ik vond het daar ronduit fantastisch.
Tot mijn 15 jaar zat ik op dat internaat, maar toen liep het weer mis: ik begon te rebelleren. Mijn moeder moest halsoverkop een andere school zoeken en zo kwam ik terecht in de kunsthumaniora. Sterk van haar om het als mama in haar eentje klaar te spelen en dan ook nog eens mijn kunstzinnige kant te stimuleren. Op een bepaald moment deed ze zelfs twee jobs om mijn opleiding te kunnen betalen! Je ziet van wie ik de drive heb – en de ADHD.’ (lacht)
Deuren, boeken en betovering
Je zei net dat je in het college begon te rebelleren. Op welke manier deed je dat?
Kapitein Winokio: ‘Vooral door middel van humor. Ik liet me les na les gewoon ostentatief van mijn stoel vallen, zulke dingen. Hilariteit alom natuurlijk, en heel de klas op stelten. En dan kreeg ik uiteraard nota’s in mijn agenda: “Winok is een lieve gast, MAAR...” (lacht)
Toch heb ik altijd een groot respect gehad voor mijn leerkrachten – tenzij ik voelde dat ze niet eerlijk waren. Hoe een bevlogen leerkracht bij de leerlingen voor absolute betovering kan zorgen: fantastisch toch? Ik herinner mij nog altijd de leerkracht Nederlands die mij geweldige boeken leerde kennen, zoals De Aanslag van Harry Mulisch. Boeken waarbij ik voelde dat ik echt in een andere wereld zat en niet wou stoppen met lezen. Of mijn leerkracht muziekgeschiedenis! De laatste twee uren van de week liet hij opera en klassieke muziek door onze klas dreunen, zo luid dat de ramen trilden. En wij zaten daar allemaal met open mond en kippenvel. Dat is die betovering hé, je geeft leerlingen iets mee voor het leven.
Daarom focus ik mij als kapitein ook altijd op het onderwijs, want daar gebeurt de magie. Het komt erop aan dat we deuren creëren voor kinderen, deuren die ze dan kunnen opendoen als ze dat willen. Of het nu gaat over wiskunde, beeldende kunst, taal, muziek of loodgieterij: hoe meer je aanbiedt, hoe beter. Ik pluk nu nog altijd de vruchten van het feit dat ik in mijn jeugd ontzettend veel deuren aangeboden kreeg. Niet alleen door de muziek die ik hoorde, maar ook door de reizen die ik met mijn moeder maakte, de films waar we naar keken en de massa’s boeken die we in huis hadden. Die heerlijke tactiele ervaring van een spannend boek in handen te hebben en je dan volledig te laten meeslepen: ik wens het elk kind toe!’
We moeten deuren creëren voor kinderen, hoe meer hoe liever.
Je creëert intussen al meer dan twintig jaar van die deuren voor kinderen. Vind je het soms moeilijk om inspiratie te vinden?
Kapitein Winokio: ‘Eigenlijk niet. Sinds ik met de kapitein begonnen ben, komen alle dingen die ik graag doe en al mijn interesses samen. Daardoor hoef ik maar een creatieve kraan open te zetten en de inspiratie begint te stromen.’
Dan zit je toch een beetje in de loodgieterij! Hoe blijf je ervoor zorgen dat je in de oren van die kinderen niet te oud klinkt?
Kapitein Winokio: ‘Ik heb het grote geluk dat ik heel goed kan intunen op de leefwereld van kinderen omdat ik mij ontzettend veel herinner van mijn eigen kindertijd. Zo weet ik nog perfect hoe het voelde toen ik voor het eerst mijn balans kon bewaren op de fiets. Wel, ik roep dat gevoel op en een beetje later heb ik daar een liedje over met de titel: “Ik kan fietsen!” Vergelijk het met een zanger die zingt over een pijnlijke relatiebreuk. Om het juiste gevoel erin te leggen, denkt hij terug aan toen hij zelf zoiets meemaakte. (knipoogt) Alleen spijtig voor die zanger dat bij elk optreden die wonde weer opengaat. Mijn missie als kapitein is om kinderen zelfzeker te maken. Ik had zelf als kind heel veel wilskracht, en echt, dat zorgt ervoor dat je alles kan overwinnen.’

De mama's
Hoewel je optreedt voor zalen vol kinderen, heb je er zelf geen.
Kapitein Winokio: ‘Klopt. Omdat ik kinderen háát! (lacht luid) Onzin natuurlijk, het is een bewuste keuze van mijn vrouw en mij; wij zijn heel gelukkig zonder kinderen en het is ook wel handig dat ik mijn tijd non-stop aan Kapitein Winokio kan besteden.’
Merk je soms dat er in onze maatschappij twee kampen zijn? De mensen mét en de mensen zonder kinderen?
Kapitein Winokio: ‘Goh, niet echt. Ik merk wel dat ik vaak wil – of soms moet – verantwoorden waarom ik geen kinderen heb. Als ik dat ergens vermeld, passeert er altijd eenzelfde soort ragebol door het gesprek. “Ah echt? En waarom niet?”’
Dan heb ik nog een vraag die ik moet stellen voor een vriendin... Ben jij je bewust van het feit dat er soms mama’s in het publiek zitten die de kapitein best sexy vinden? Een vlotte, grappige man die goed overweg kan met kinderen...
Kapitein Winokio: (lacht luid) ‘Amai, euh, leuke vraag! En eerlijk, ik stel mezelf wel regelmatig de vraag wat de mama’s en papa’s van mijn shows vinden...’
Ik kan niet spreken voor de papa’s, maar ik merk wel dat er heel wat mama’s zijn die jou appreciëren.
Kapitein Winokio: (beetje blozend) ‘Ah, tiens. Als ik na een optreden ga signeren, merk ik wel veel enthousiasme, maar niet op de manier die jij nu een beetje suggereert. Eén keer heb ik eens via mail een uitnodiging gekregen van een groep mama’s; ze gingen naar de sauna en vroegen of ik zin had om langs te komen. (lacht) Ik heb vriendelijk bedankt, ik ging ervan uit dat het een grap was. Maar nee dus, ik heb dat nog niet gevoeld, of die signalen komen alleszins niet tot bij mij. Da’s ook niet erg hé, ik sta met een totaal andere missie op dat podium.’
Oké, ik zal het haar zeggen!
Doe mee aan de leesrally
Kapitein Winokio is een van de enthousiaste voorlezers van onze leesrally. Je leest er hier meer over.
Foto's: Kristof Ghyselinck
