‘Papa worden heeft me emotioneler gemaakt. Ik had nooit gedacht dat je zó veel van zo’n manneke kan houden’, zegt Yves Lampaert. ‘En als ik nu hoor dat kinderen niet goed behandeld worden, raakt me dat ook heel erg.’ We ontmoeten de wielrenner bij hem thuis in het West-Vlaamse Hulste, waar hij woont met zijn vrouw Astrid en zoontje Aloïs. In de woonkamer staat op het moment van het interview het wiegje klaar voor hun tweede kindje – intussen is Lucien geboren.
Yves Lampaert (34)
- Is professioneel wielrenner bij Soudal Quick-Step.
- Heeft heel wat overwinningen op zijn palmares: Dwars door Vlaanderen (2017 en 2018), Belgisch Kampioen Tijdrijden (2017), Belgisch Kampioen Wielrennen op de Weg (2017) en de proloog van de Ronde van Frankrijk (2022).
- Haalde in het monument Parijs-Roubaix een 3de, 5de, 7de en 10de plaats.
- Heeft samen met zijn vrouw Astrid twee zoontjes: Aloïs (4) en Lucien (pasgeboren).
Nieuwe wereld gaat open
Yves Lampaert groeide op als middelste van drie kinderen. Zijn ouders runden een akkerbedrijf in Ingelmunster, waar de kinderen moesten meehelpen. ‘Onze ouders leerden ons dat je niets voor niets krijgt in het leven – er moest gewerkt worden. Ook op school moesten we ons best doen. Ik ben naar de land- en tuinbouwschool geweest, en daarna haalde ik een bachelor agro-industrie.
Onze pa verloor op jonge leeftijd zijn vader en moest hard werken op de boerderij. Hij zou wellicht ook een goede sporter geweest zijn, maar daar was geen tijd voor’, vertelt Yves. ‘Hij gaf ons de kans om het wel te doen. Ma schreef mijn broer en mij in voor judo omdat we verlegen waren. We zouden er meer zelfvertrouwen door krijgen, vond ze. Het ging me goed af: ik werd Belgisch kampioen bij de cadetten en haalde op mijn zestiende een zwarte gordel.’
Rond die leeftijd stelde de nonkel van Yves – de vader van wielrenner Stijn Neirynck – voor om ook te gaan koersen. ‘Hij zei: “Je zal dat goed doen.” Ik combineerde een tijdje judo en wielrennen, maar koos uiteindelijk volop voor de fiets. Ik was wat uitgekeken op judo, en wielrennen wordt in België meer gewaardeerd. Van judo had ik nooit mijn broodwinning kunnen maken. Dankzij het wielrennen ging er een nieuwe wereld voor me open. Met onze ouders gingen we wel eens naar een nonkel in Zuid-Frankrijk, maar andere reizen maakten we niet. Boeren kunnen hun boerderij niet achterlaten, hè. De koers bracht me op plekken waarvan ik nooit had gedacht dat ik er ooit zou komen. Dat was geweldig.’
Iets betekenen voor anderen, ik hoop dat onze kinderen daar ook voldoening uit halen.
~ Yves Lampaert
Geboorte volgen op gsm
Tijdens een trainingsstage in Spanje, eind 2020, vernam Yves dat hij papa zou worden. ‘Astrid was me achterna gereisd en op kerstavond vertelde ze dat ze zwanger was. Een fantastisch kerstgeschenk.’
Toen zoontje Aloïs werd geboren zat papa ver van huis. ‘Ik was de Ronde van Denemarken aan het rijden. De dokter had ons voor mijn vertrek gerustgesteld: de geboorte was nog niet voor meteen. Maar ineens was Aloïs daar toch, veertien dagen te vroeg. Ik ben direct naar huis vertrokken, maar heb de bevalling moeten volgen via mijn gsm, op de grens tussen Denemarken en Duitsland, op een parking tussen de vrachtwagenchauffeurs. Astrid werd bijgestaan door haar zus en mijn zus.
De babytijd vond ik heerlijk. Zodra ze peuter zijn, en wéten wat ze willen maar het nog niet kunnen zeggen, wordt het lastiger. Aloïs kon zich dan kwaad maken, en als wij vroegen: “Wat scheelt er toch, manneke?”, kon hij het niet uitleggen. Dat was frustrerend – voor hem en voor ons. Intussen is die fase voorbij. Nu is hij op een zalige leeftijd, met echte interactie.
Een kind zet je leven op zijn kop. Het is best pittig, maar ik zie dat manneke zo ontzettend graag. Papa worden heeft me zachter gemaakt. Ik wil dat anderen het ook goed hebben. Zeker kinderen. Het doet me echt pijn om te zien hoe ze bijvoorbeeld in Gaza moeten opgroeien. Dat oorlogen blijven duren en er altijd mensen bereid gevonden worden om te vechten, begrijp ik niet. Laat de machthebbers die zo’n oorlog beginnen zélf maar vechten, denk ik dan. Het baart me soms zorgen. Ik zou niet willen dat mijn kinderen later moeten gaan vechten. Niets is het waard om je leven voor te geven.’

Heelhuids thuiskomen
‘Misschien neem ik onbewust wat minder risico in de koers sinds ik kinderen heb, al komt dat ook met de leeftijd. De vele valpartijen tegenwoordig zijn een plaag. Sommige jonge renners nemen te veel risico en luisteren niet naar de raad van meer ervaren renners. Ze sleuren jammer genoeg anderen mee in hun val. Ik hoop dat daar iets aan verandert, anders is het geen gezonde sport meer.’ Is Astrid niet bang dat hij ooit zwaar ten val komt? ‘Daar mag je niet aan denken’, zegt ze. ‘Je raakt het gewoon. Maar ik ben wel altijd blij als hij na een wedstrijd heelhuids thuiskomt. In het weekend gaan we vaak kijken. Aloïs supportert graag voor papa.’
‘Astrid doet het leeuwendeel van het huishouden’, geeft Yves Lampaert toe. ‘Ik ben vaak weg: een week, tien dagen, soms drie weken. Dan regelt Astrid alles alleen, en dat doet ze heel goed. Als ik dan thuiskom en de dingen op mijn manier aanpak, wekt dat soms wrevel. De eerste dagen is het altijd wat zoeken naar onze plek. Sinds Aloïs er is, valt vertrekken me zwaarder. Zeker nu hij al eens zegt: “Papa, moet je wéér weg? Ik vind dat niet leuk.” Maar ik koers ook voor hen, zodat mijn gezin het goed heeft. Andere periodes ben ik veel thuis, dat compenseert hopelijk een beetje.’
Tweehonderd procent smijten
Papa Yves vindt het belangrijk dat zijn kinderen zelfstandig worden en stevig in hun schoenen staan. ‘Ik wil hen de vrijheid geven om te doen wat ze willen’, zegt hij. ‘Sporten zou ik fijn vinden, maar ik ga hen niet dwingen, dat werkt toch niet. Wat ze ook doen, het belangrijkste is dat ze het met passie doen en zich tweehonderd procent smijten. Geen half werk. Ik doe mijn job ook met volle goesting. Ik heb altijd graag afgezien in de sport. Wielrenners zijn taaie mensen. Je rijdt op je limiet en blijft alles geven tot de meet. Voor jezelf, voor je gezin en voor je supporters. Je wil niet dat ze komen kijken naar een opgever.
Als sportman verlies je wel vaker dan je wint, en daar moet je mee om kunnen. Kritiek – vaak zonder kennis van zaken – via sociale media is niet fijn. Je bent sowieso ontgoocheld als je de hele winter keihard traint en het er in wedstrijden niet uitkomt. Maar als je alles gegeven hebt, valt je niets te verwijten. Na een tegenslag moet je snel die klik maken. De moed niet laten zakken, niet opgeven, je niet laten onderuithalen door kritiek... Dat zijn levenslessen die ik mijn kinderen ook wil meegeven.
Ik probeer nu ook jonge renners te helpen en raad te geven. Als één van hen wint, ben ik even blij als wanneer ik zelf zou winnen. Ik hoop dat onze kinderen ook voldoening zullen halen uit iets betekenen voor anderen. Ik ben graag gezien in het peloton, wellicht omdat ik mijn medecoureurs ook graag zie. Als puntje bij paaltje komt in de finale, vecht iedereen voor zijn plek, maar daarbuiten moet je collegiaal zijn. Als je de sprint niet wint, ben je in het begin van je carrière zwaar ontgoocheld. Maar je moet leren om content te zijn dat je mee was in de sprint. En als de strijd fair verliep, gun ik de winnaar zijn zege.’
De geboorte van Aloïs heb ik gevolgd via mijn gsm op een snelwegparking.
~ Yves Lampaert
Leven na de sport
Wat Yves Lampaert zijn kinderen nog toewenst? ‘Echte vriendschap. Ik heb zelf heel goede maten in het wielrennen, en dat maakt het leven makkelijker én plezanter. Slechte vrienden die hen op het verkeerde pad brengen... Ik mag er niet aan denken. In mijn jeugd waren drugs ver van ons bed, maar vandaag zit het overal. Hopelijk kunnen we hen genoeg normen en waarden bijbrengen, zodat ze beseffen dat ze daar af moeten blijven.
Dromen voor mezelf? Ik heb mooie koersen gewonnen en in sterke ploegen gereden. De meeste dromen zijn uitgekomen. Zelf nog koersen winnen zit er misschien niet meer in, maar ik blijf ambitieus en zet nog alles op alles voor de koers. Ik hoop nog een jaar of vier door te gaan. Wat daarna komt, weet ik nog niet. Iets in de sport, meehelpen op de boerderij bij mijn broer, of iets anders... Als het maar met evenveel passie is als nu. Ik ben in de buurt van familie en vrienden blijven wonen, ze zijn heel belangrijk voor mij. Ooit houdt het koersen op, en dan sta je daar... Hoe belangrijk wielrennen ook is, er is nog leven buiten de sport. Met mijn gezin als het allerbelangrijkste.’
En wie weet staat er over een jaar of vijftien een nieuwe Lampaert aan de start in de koers. Aloïs fietst al zonder steunwieltjes.
Foto's: Kristof Ghyselinck
