Een korte situatieschets: mijn man en ik zijn veertigers - ik net, hij al even. We hebben samen twee heerlijke én hevige zonen, van 8 en 5. Sinds 4 maanden telt ons gezin ook een babydochter. Drie kinderen, hoe dat voelt? Als een marathon: van runner’s high tot extreme vermoeidheid.
Elke dag opnieuw
Drie kinderen. Het blijft een wonder hoe graag ik hen zie en wat ik voor hen doe. Ik stretch mijn grenzen. Ik train mijn draagkracht. Ik spring als ze iets nodig hebben. Ik loop de benen van onder mijn lijf. Elke dag opnieuw.
Ik zie hen zo graag dat ik mezelf zou weggeven. Dag en nacht - de baby slaapt maximaal drie uur tussen twee borstvoedingen door. Dat is moederliefde, toch?
Of toch niet? Want wat heeft mijn gezin aan een moeder die uitvalt omdat het te zwaar weegt. Niet omdat ik niet meer wíl geven, wel omdat ik niet meer kán geven.
Een parachute voor crisismomenten
Zorgen voor drie kinderen voelt als een marathon. Je gaat lang en hard. Daar is training voor nodig. En zorg voor je eigen lichaam, besef ik nu. Dus probeer ik mezelf te herschrijven: van (te) vaak beschikbaar zijn op automatische piloot naar (af en toe) bewust kiezen om iets wel of niet te doen.
‘Zorg dragen voor jezelf is ook zorg dragen voor je kinderen’, scandeert het imaginaire publiek in mijn hoofd. Dat helpt om bewuste keuzes te maken. Ik doe sinds een paar weken dagelijks een ademhalingsoefening en een bodyscan om bij mezelf in te checken.
Zo’n oefeningen lijken op het eerste gezicht weinig verschil te maken, al bouw je aan een soort ‘lichamelijk geheugen van aanwezig zijn’. Iemand schetste ooit een beeld dat mij helpt: ‘Mindfulness is als kleine lapjes aan elkaar naaien, om te eindigen met een grote parachute. Die kan je opentrekken als het nodig is. Dat naaien doe je niet op crisismomenten, wel op voorhand.’
Zorg dragen voor jezelf is ook zorg dragen voor je kinderen.
Van rood naar oranje naar groen
Het is een oefenschool om goed voor mezelf te zorgen. Een vol hoofd en een lege batterij vertalen zich in verzuring en verkramping. Mijn schouders spannen op, ik zie olifantenkuddes in plaats van muggen en heb een kort ontvlambaar lontje. Ik zit in het rood. Stop! Zo haal ik de eindmeet niet. Hoe krijg ik mezelf opnieuw naar oranje of, nog beter, naar groen?
Je eigen lichaam en mentale staat lezen is belangrijk in een marathon. Ook in een gezin. Weten wat je nodig hebt en ernaar handelen: drinken, eten, wandelen, vijf minuten ademen zonder een kind rond jou, even uitrazen tegen een vriendin, het stokje doorgeven aan je partner, je kinderen bij een vriendje droppen … Het kan van alles zijn. Onderzoek het bij jezelf.

Geen licht zonder schaduw
Of ik opnieuw voor drie kinderen zou kiezen? Zonder twijfel. De liefde wint van de angst en van de chaos. Ik smelt als een soft ijsje in een peuterpolleke als ik de grote broers en hun kleine zus verliefd naar elkaar zie kijken - runner’s high!
Aan de andere kant slaan mijn stoppen ook soms door, als een kleuter die de verkeerde kleur van beker krijgt. Als alle drie mijn kinderen wenen moet ik zien wie mij het hardste nodig heeft. En als ze alle drie op mijn schoot willen lukt dat gewoon niet meer. Dat is soms lastig - en extreem vermoeiend.
Het is ploeteren en pollekes kussen. Het is spelen en brandjes blussen. Het is grenzen bewaken en verleggen. Het is genieten en nee zeggen. Het is voeden, verversen, wiegen en rondlopen. Het is vieren. Het is wanhopen. Het is troosten, zagen, lachen, wenen. Het zijn dragende armen en vermoeide benen. Het is zorgen, zoeken en uren observeren. Het is koken, kuisen en helpen met studeren. Het is eenzaam zijn en delen met elkaar. Het is dubbel. Het is mooi. Het is zwaar. Het is wat het is. Het is nu. Het is ons. Het is veel.
Veel liefde. Veel chaos.
Veel liefde. Maar ook echt veel chaos.
