Het gaat zo snel allemaal. Gisteren leek je nog zwanger en nu is het al weer tijd om dat eerste flesje bij je baby te introduceren. Zelfs met afgekolfde melk is dit voor veel baby’s én mama’s een grote stap.
Een goede voorbereiding
Misschien is het omdat je binnenkort weer aan het werk gaat of omdat de borstvoeding niet loopt zoals gepland, maar dat eerste flesje – zelfs met afgekolfde melk – is een hele aanpassing.
De meeste baby’s moeten flink wennen aan die koude speen die helemaal anders aanvoelt, en voor mama’s is het vaak al een beetje afscheid nemen van een heel bijzondere periode. Die eerste flesjes kunnen lastig zijn en daarom is het geen slecht idee om er je tijd voor te nemen.
Introduceer soms al eens een flesje bij je baby
Gwendolien Vilez is lactatiekundige, vroedvrouw bij vroedvrouwenpraktijk Aesem en helpt aanstaande en kersverse mama’s op weg in Mamado, een zwangerschapswinkel gespecialiseerd in borstvoeding.
‘Geef je borstvoeding en loopt alles goed, dan wordt aangeraden om de eerste zes weken de flesjes nog even aan de kant te laten staan. Te vroeg beginnen met afkolven en flesjes is niet bevorderlijk voor de melkproductie.
Vanaf zes tot acht weken is het wel een goed idee om af en toe een flesje moedermelk te introduceren. Zo kan je lichaam al wat wennen aan het kolven en kan je baby het flesje leren kennen. Zeker voor de gemoedsrust van de mama wordt aangeraden om af en toe al eens te proberen. Dan is er nog tijd genoeg om te oefenen.’
Tips voor het eerste flesje bij je baby
Het klinkt zo simpel, en toch lopen die eerste flesjes niet altijd van een leien dakje. Er zijn baby’s bij wie het heel vlot gaat, maar meestal is het trial-and-error, zelfs als je start met afgekolfde melk.
Een baby drinkt het vlotst in een half zittende houding, dicht tegen je aan. De fles houd je bijna horizontaal maar zorg ervoor dat de speen zoveel mogelijk gevuld is met melk. Zo hapt je baby geen lucht.
~ Gwendolien Vilez , lactatiekundige en vroedvrouw bij Aesem
‘Laat je goed begeleiden door een vroedvrouw of lactatiedeskundige’, tipt Gwendolien. ‘Zij kan je helpen en geeft met plezier tips en tricks om het voor jou en de baby wat makkelijker te maken. Zorg dat de melk op lichaamstemperatuur is bijvoorbeeld. Of dip het speentje eerst eens in wat moedermelk. Wat ook kan helpen is de speen eerst even in je bh stoppen.
Zorg er ook voor dat de honger niet te groot is. Daarom raden we vaak aan om eens rustig een flesje te proberen tussen twee voedingen door. En vergeet ook je partner niet. Laat hem of haar helpen met die eerste flesjes. Laat je partner rustig proberen en ga gerust even de kamer uit terwijl de baby drinkt.’
Nieuwe techniek voor jou én je baby
Het flesje vergt een heel andere zuigtechniek dan drinken aan de borst en een speen voelt helemaal anders aan. ‘Het zuigen aan de borst vraagt meer energie van je baby en er worden ook meer spieren gebruikt. Daarom is het heel erg normaal – zeker in het begin – dat je baby nog wat wil zuigen, zelfs als het flesje al leeg is.
Dat is niet van de honger, maar puur voor het comfort en om zijn zuigbehoefte te bevredigen. Dat is oké, laat hem gerust achteraf nog heel even aan je tepel zuigen.’
Ook de houding van de baby is anders dan bij borstvoeding. Dat is ook vaak wennen. ‘Een baby drinkt het vlotst in een half zittende houding, dicht tegen je aan. De fles houd je bijna horizontaal maar zorg ervoor dat de speen zoveel mogelijk gevuld is met melk. Zo hapt je baby geen lucht.’
Geen stress
En wat als het niet lukt? Als je baby het flesje blijft weigeren en echt niet wil drinken? ‘Probeer het niet te hard te forceren. Laat het eens een weekje rusten. Het is een zoektocht, ook naar het juiste flesje. Koop daarom ook geen tien dezelfde flessen in het begin.
Probeer je niet te druk te maken. Het flesje loskoppelen van de voedingsmomenten en tussendoor eens geven, neemt al veel stress weg. Bij heel moeilijke drinkertjes wikkelen we de fles ook wel eens in aluminiumfolie. Zo wordt het gezien als een nieuw speeltje.
Als droomvoeding geven terwijl je kindje nog niet helemaal wakker is, kan ook helpen. Blijf in elk geval proberen en bied af en toe eens een flesje aan zonder te veel druk uit te oefenen. Het komt goed!’
