Ook hele kleine kinderen kan je laten meehelpen in het huishouden. Want ook hier geldt: jong geleerd is oud gedaan! En er zijn nog goede redenen om je kinderen al snel in te schakelen bij de dagdagelijkse dingen, zoals zelfvertrouwen, voorbereiding op het echte leven en zelfstandigheid. Geen idee welke huishoudtaakjes voor peuters en kleuters van 2 tot 6 jaar geschikt zijn? We zetten er enkele op een rijtje.
Eerst even dit …
Hou het luchtig en speels in het begin. Een beloning als ze iets goed doen hoeft zeker niet, al helpt prijzen natuurlijk wel. Hou ook altijd rekening met de vaardigheden van je kind. Heb je een motorisch vaardig kind, dan kan je sneller fijnere taken geven dan een tikje onhandig kind. Een kind dat geconcentreerd en gecontroleerd werkt, kan je sneller iets laten schillen of snijden dan een actief kind.
Sommige kinderen leren snel, of hebben het goede voorbeeld van oudere zus of broer, andere zijn slordig en doen er veel langer over. Dit zijn dan ook richtlijnen, geen checklists: niet elk kind moet alles kunnen op elke leeftijd!
Huishoudtaakjes voor peuters en kleuters (2 – 3 jaar)
- Afval (bv. hun vuile zakdoek) in de vuilnisbak gooien.
- Helpen met opruimen. Tip: geef een specifieke opdracht, zoals: doe de blokken in de rode bak en niet iets vaag zoals: ruim eens alles op.
- De vaatwas helpen vullen/ legen.
- De wasmachine vullen/legen.
- Met een doekje een tafel of tuinstoelen helpen schoonmaken. Tip: spuitbussen zijn populair bij kleine kinderen. Om geen overdosis product te verbruiken (help portemonnee, ademhaling, milieu), hou je een oude spuitbus en vul je die op met water.
- De tafel (helpen) dekken, bijvoorbeeld borden, lepels en bekers.
- Planten water geven (buiten). hou wegens enthousiasme wel rekening met overstromingen. Vooral aangeraden bij hele droge periodes dus.
- Iets in de kar leggen in de supermarkt.
- Vuile kleren in de wasmand gooien.
- Boeken in een (lage) kast zetten.
Huishoudtaakjes voor kleuters van 4 en 5 jaar
- Schoenen en jas op de juiste plaats wegleggen.
- Was helpen ophangen.
- Grote was plooien (handdoeken).
- Huisdieren eten geven.
- Boodschappen helpen zoeken en scannen, fruit en groenten wegen.
- Zelf (proberen) boterham smeren of kom cornflakes maken.
- Tafel volledig dekken en afruimen. Tip: oefen eerst wat er allemaal op de tafel moet of mag staan.
- Tafel schoonmaken.
- (Proberen) vegen of stofzuigen.
- Afwassen en onbreekbare dingen afdrogen zoals bekers, plastic borden, lepels, potjes.
- Bed (helpen) opmaken.
- Auto helpen wassen.
- Bladeren opvegen.
