Hoewel Femke (36) en Hannes (36) elkaar leerden kennen als begeleiders in het jeugdwerk, twijfelden ze of ze zelf kinderen wilden. ‘Onze agenda’s waren behoorlijk druk. Niet dat we “geen tijd” hadden voor een gezin, maar als we ervoor zouden gaan, wilden we heel betrokken ouders zijn.’ Vandaag hebben ze een manier gevonden om gezin en werk te combineren, zodat er ruimte blijft voor hun zoon Liewe (3), dochter Aure (1) en pleegdochter Laure (15).
Drukbezet
Dat Femke en Hannes nog vóór ze ouders werden al drukbezet waren, lag niet enkel aan hun sociaal leven en hun jobs in de sociale sector met wisselende uren. Ook hun engagement bij Bizon, een vzw die kampen organiseert voor kinderen en jongeren in kwetsbare situaties, vroeg veel tijd. ‘Ik ben daar gestart als vrijwilliger tijdens mijn opleiding pedagogische wetenschappen. Hannes had toen al enkele jaren ervaring als animator en ik keek meteen naar hem op’, vertelt Femke. ‘Omdat je tijdens Bizon-kampen vaak jongeren begeleidt met autisme, ADHD of andere rugzakjes, word je als team erg hecht. Je belandt in uitdagende situaties en dan moet je goed samenwerken.’
‘We werden allebei hoofdbegeleider, leidden werkgroepen, stapten in het bestuur... Toch duurde het acht jaar voor we een koppel werden. Iedereen zag dat al lang aankomen, behalve wijzelf. Toen ik Femke vertelde dat ik gevoelens had gekregen, viel zelfs zij uit de lucht’, herinnert Hannes zich. ‘Dat komt ook doordat haar beste vriendin vlak daarvoor was overleden. Haar focus lag op dat moment natuurlijk daar.’
Epileptische aanvallen
De interesse bleek gelukkig wederzijds. Femke en Hannes gingen samenwonen in Gent, maar eens het idee van kinderen concreter werd, kochten ze een huis in Wevelgem: ruimer, betaalbaarder, goed bereikbaar door het station en vlak bij Hannes’ familie. ‘Al zijn het intussen Femkes ouders die dichterbij wonen. Zij zijn speciaal voor de kleinkinderen verhuisd, naar een woning twee straten verder.’
Eenmaal het koppel geïnstalleerd was, kwam Liewe in hun leven. ‘Een kamp of team leiden is natuurlijk niet hetzelfde als mama en papa zijn. Maar doordat we dat al zo vaak samen hadden gedaan, stonden we als ouders meteen sterk. We wisten dat we dezelfde visie deelden en waren gewend te overleggen zonder in discussie te vervallen’, zegt Femke.
Een grote troef, want de jonge ouders werden al snel geconfronteerd met uitdagingen. ‘Toen Liewe negen maanden was, begon zijn lichaam plots te schokken en draaiden zijn ogen weg. Toevallig was ik die dag langer thuis om onze nieuwe poetshulp binnen te laten. Ik had Liewe net in mijn armen, waardoor we meteen 112 konden bellen. Intussen verloor onze zoon het bewustzijn. Ik was er zeker van dat hij niet meer leefde...’, slikt Femke. ‘De dag nadien kreeg hij opnieuw een aanval in het ziekenhuis, dit keer in het bijzijn van de kinderarts. Zo kon die bevestigen dat het om epileptische aanvallen ging, iets wat vaak moeilijk vast te stellen is op zo’n jonge leeftijd.’
De zomervakantie overbruggen was niet evident.
Zomer zonder kampjes
Er volgde een traject met tal van testen. Die sloten acute oorzaken als een hersenontsteking of -tumor uit, maar tot op vandaag werd er geen directe oorzaak voor die aanvallen gevonden. ‘Om herhaling te voorkomen kreeg Liewe medicatie, maar agressie is daar een typische bijwerking van. In het begin speelde dat vaak op, vooral ‘s nachts, met slaan en stampen tot gevolg’, vertelt Hannes. ‘Voor ons was die medicatie ook een constante mentale zorg, want Liewe moest ze drie keer per dag innemen. Eén keer ontdekten we dat we ze thuis waren vergeten toen we op stap waren: pure paniek. Het was een opluchting toen hij er op zijn derde verjaardag mee mocht stoppen, omdat het risico op aanvallen geweken leek.’
Wel heeft Liewe nog een grote nood aan de aanwezigheid van zijn ouders, aan structuur en voorspelbaarheid. ‘De zomervakantie overbruggen was bijvoorbeeld niet evident, want kampjes waren geen optie. Zoals altijd hebben Hannes en ik samen naar oplossingen gezocht’, zegt Femke. ‘We besloten om afwisselend verlof te nemen zodat er altijd iemand bij hem was. Daarnaast bootsten we het planningssysteem van zijn kleuterklas na. Elke avond overliepen we samen de volgende dag met behulp van pictogrammen: van “opstaan” en “ontbijten” tot “muziek luisteren” en “tv-kijken”.’
‘We hebben ook een Plopsaland-abonnement, dat we vooral tijdens vakanties vaak gebruiken. De eerste keer dat we die parking opreden, wisselden Femke en ik een blik uit: “Zijn we hier nu écht?”. Naar Plopsaland gaan was iets waarvan we dachten dat we het nooit zouden doen als ouders. Maar zodra we het park binnenstapten en Liewe de muziek hoorde, begon hij zo gelukkig te dansen dat we wisten: hier komen we terug’, glimlacht Hannes. ‘Liewe kent het park intussen uit zijn hoofd en houdt vast aan een strikte planning. Om negen uur naar binnen, een toer langs de attracties, om twee uur naar de show, om drie uur knuffelen met de figuren...’
‘Of Liewes nood aan voorspelbaarheid samenhangt met de kortsluitinkjes in zijn hersenen, weten we niet. De tijd zal uitwijzen hoe dat verder evolueert’, zegt Femke. ‘Verder is hij een heel pienter kind, en ook erg lief voor zijn zusje. Aure is intussen 15 maanden. Omdat er bij haar geen medische complicaties waren, voelt haar start veel vlotter en zorgelozer aan.’
Chilly-willy’en
Het koppel had nog liefde over om te delen. Dus verwelkomden Femke en Hannes in januari Laure in hun leven als pleegzorgers. ‘Ik werk in een voorziening voor bijzondere jeugdzorg. Jongeren verblijven daar als het thuis om een bepaalde reden even niet mogelijk is’, schetst Femke. ‘Daar ontmoette ik Laure. Ze had zichzelf op de wachtlijst voor pleegzorg gezet omdat ze door een moeilijke periode ging. Ze zocht een warm gezin waar ze af en toe terechtkon voor een babbel, een gezelschapsspelletje, of gewoon de vraag hoe het op school gaat... We hadden meteen een goede klik. Het leek me logisch dat ze een weekend per maand bij ons zou komen.’
‘Ik viel totaal niet uit de lucht toen Femke dat aankaartte’, reageert Hannes. ‘We hebben altijd gezegd dat we aan crisispleegzorg wilden doen wanneer onze kinderen wat ouder zouden zijn. We wilden hen daar namelijk inspraak in geven. Laure kruiste alleen wat vroeger ons pad, maar ik vertrouw volledig op Femkes oordeel en geloofde meteen dat we een goede match zouden vormen. En dat bleek zo te zijn.’
‘Laure bedankt ons vaak voor wat we doen, maar we zijn haar net zo dankbaar. Haar aanwezigheid is een verrijking voor ons gezin. Het is gewoon tof om haar erbij te hebben, samen naar series te kijken of haar te zien spelen met de kinderen. Ze leren van alles van haar – Liewe heeft bijvoorbeeld het werkwoord “chilly-willy’en” overgenomen – en tegelijk zien ze hoe waardevol het is om je in te zetten voor anderen. Dat engagement vinden we erg belangrijk.’
Gezin en werk
Hun zin voor engagement hebben Femke en Hannes van geen vreemden. ‘Mijn vader was voor zijn pensioen schooldirecteur en zette zich volledig in voor de leerlingen en hun ouders. Die betrokkenheid heb ik zeker van hem meegekregen’, zegt Hannes.
We werken minder voor meer tijd met de kinderen én met elkaar.
‘Mijn mama heeft op haar beurt haar job opgezegd om voor mijn broer te zorgen. Hij lijdt aan een degeneratieve spierziekte’, vertelt Femke. ‘Hij zit al van jongs af aan in een rolstoel, waardoor uitstappen moeilijk waren. Daarom nodigden mijn ouders vaak mensen bij ons thuis uit, om de wereld naar binnen te halen. Dat was heel fijn. Mijn broer is ook samen met mij op kot gegaan. Mama bleef er vaak slapen om hem te helpen, waardoor zij al mijn vrienden kent – en omgekeerd. Onze relatie is heel open. Zo’n band wil ik later ook met mijn kinderen.’
Om daar bewust aandacht aan te geven en een beter evenwicht te vinden tussen gezin en werk, beslisten Femke en Hannes onlangs om deeltijds te gaan werken. ‘Als dat je financiële zorgen oplevert, weegt dat natuurlijk niet op. Maar voor ons was het haalbaar. Femke werkt halftijds. Ik ben al enkele jaren zelfstandig trainer voor bedrijven en organisaties. Daardoor heb ik de vrijheid om mijn uren te kiezen, en die heb ik eveneens teruggeschroefd’, zegt Hannes. ‘Er zijn voor ons gezin is nu echt de prioriteit. Daarnaast willen we elkaar ook niet uit het oog verliezen als koppel. Nu we minder werken, is er bijvoorbeeld weer tijd voor date nights. Zo kunnen we onze kinderen ook op relationeel vlak een goed voorbeeld geven.’
Veertig jaar Brieven aan Jonge Ouders
Femke: ‘Toen ik in verwachting was van Aure, zag ik dat de Gezinsbond een columnist zocht om het dagboek te schrijven in hun magazine Brieven aan Jonge Ouders. Omdat het me een leuke ervaring leek, stuurde ik een proefcolumn in. Die werd gekozen, en sinds Aure’s geboorte kan je mijn ervaringen als haar mama volgen in het blad.’
Meer info
Brieven aan Jonge Ouders is een gratis magazine van de Gezinsbond, dat jonge ouders begeleidt met praktische tips, herkenbare verhalen en deskundig advies. Telkens afgestemd op de leeftijd van hun baby, peuter of kleuter. Het verschijnt sinds 1979 en wordt in Vlaanderen tijdens het eerste levensjaar automatisch bezorgd, daarna kan je je gratis inschrijven voor het vervolg. Zo moedigt de Gezinsbond jonge gezinnen al meer dan veertig jaar aan vanaf de zijlijn.
Ouderschapsverlof: recht hebben is niet altijd genoeg
Femke en Hannes gebruiken hun ouderschapsverlof voor meer gezinstijd. Dat is exact waarvoor het verlof bedoeld is: ruimte scheppen om gezin en werk beter op elkaar af te stemmen. Maar vandaag ligt de vergoeding onder het minimumloon. Het gevolg: niet elke ouder kan er gebruik van maken. Dat is oneerlijk. Daarom vraagt de Gezinsbond een hervorming die ouderschapsverlof écht toegankelijk maakt.
Dit hebben gezinnen nodig:
- Een vergoeding die minstens gelijk is aan het minimumloon.
- Toegankelijkheid voor álle ouders, ook bijvoorbeeld voor uitzendkrachten.
- Openstelling voor langdurige pleegzorg.
- Meer flexibiliteit in hoe en wanneer ouders het verlof opnemen.
Foto's: Kristof Ghyselinck