Met een naam als De Backer stond het al in de sterren geschreven. Maar Charlotte De Backer maakt het meer dan waar. Want ze bakt niet alleen graag, ze eet ook graag. En ze wil alles weten over dat eten. Ze schreef er een hapklaar boek over. En ze kan er smakelijk over vertellen.
Wie is Charlotte De Backer?
Charlotte De Backer is hoofddocent aan het departement Communicatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Voeding is een van haar onderzoeksvelden. Haar boek Niet iedereen kan een bizon schieten, biedt een humoristisch en onderbouwd antwoord op onze hedendaagse tafelverzuchtingen.
‘Waarom de wereld om zeep is als we niet samen eten’
Ja, zeg eens, waarom is dat zo belangrijk?
Charlotte De Backer: ‘Uit studies blijkt dat samen eten de topactiviteit is bij gezinnen. Het brengt hen dichter bij elkaar en ze worden er heel gelukkig van. Veel gelukkiger dan van om het even welke georganiseerde activiteit.
Wel grappig eigenlijk, we hollen met zijn allen van hier naar daar, plannen onze agenda vol met sport- en danslessen… Intussen vergeten we misschien wat eigenlijk het belangrijkste is en proppen we onze maaltijden er snel-snel ergens tussen.
En ja, je moet ervoor zorgen dat je degelijk voedsel binnenkrijgt, maar het gaat om veel meer dan dat. Er komt namelijk ook een sociaal aspect bij, het samenzijn, en daar mogen we best wat moeite voor doen.’
En doet de gemiddelde burger daar effectief nog moeite voor?
‘Binnen onze Belgische cultuur valt dat goed mee. Uit onderzoek blijkt wel dat de tijd die we besteden aan samen eten en koken de afgelopen decennia gedaald is, maar die dingen nemen echt nog een belangrijke plaats in. Het is absoluut niet problematisch.’
Macaroni met ham en kaas van oma
Bij de Gezinsbond geven we regelmatig de tip om zo vaak mogelijk samen te eten, want het zorgt voor verbinding met je huisgenoten. Maar het viel me op in je boek dat ook het eten zélf van groot belang is.
‘Wat je eet, bepaalt sowieso mee het gesprek. Wanneer ik vroeger bij mijn grootmoeder ging, maakte ze voor mij altijd macaroni met ham en kaas klaar, mijn lievelingsgerecht! Zonder dat ze iets zei, kreeg ik door het bord dat ze voor me neerzette meteen het signaal dat ze mij graag zag. Want ik wist dat ze dat zelf niet graag at.
En als iemand jou zo’n liefdevol teken geeft, wil je automatisch iets liefdevols teruggeven. Dat is nu eenmaal het economisch principe dat ook in relaties speelt: jij doet iets voor mij, dus ik doe iets voor jou. Wanneer mijn grootmoeder dan bij mij aan tafel kwam zitten, begon ik haar als vanzelf ook meer persoonlijke dingen te vertellen. Gesprekken worden intiemer wanneer je iets serveert dat met liefde werd klaargemaakt.
Stel dat ze een lasagne uit de supermarkt had voorgeschoteld, die ik trouwens heel lekker vind, dan kreeg je een heel andere dynamiek.’
Koken is liefde
Indrukwekkend… ik had er nooit bij stilgestaan dat je zoveel kan vertellen door het voedsel dat je serveert.
‘Het geeft inderdaad een krachtig en intiem signaal. Ik legde de link met die intimiteit onlangs nog toen ik naar ‘Gert Late Night’ keek. James Cooke gaat daar met een bekende Vlaming in een bed liggen, en het viel mij op dat die gasten vaak intieme dingen vertellen en soms zelfs beginnen te huilen.
James bootst een heel intiem moment na – want in bed liggen doe je niet met iedereen – waardoor zijn gast onbewust het signaal krijgt: “Dit is iemand met wie ik close ben, het is oké om intieme dingen te delen.”
Wel, als je voedsel klaarmaakt en dat met iemand deelt, bestaat altijd het risico dat je die persoon besmet of ziek maakt… Dus ook dát doe je niet met iedereen. Net dat risico zorgt ervoor dat koken voor iemand zo’n warm en sterk gebaar is.’
Voor jou geen kant-en-klaarmaaltijden dus?
‘Als het heel erg druk is, vind ik dat prima. Maar elke dag? Nee, dankjewel! Want een kant-en-klaarmaaltijd is toch een beetje als seks zonder liefde. Het is snel, lekker en zonder gedoe.
Maar er ontbreekt ook iets: de liefde, de meerwaarde, datgene wat we extra waarderen. Koken is liefde: als je zelf iets klaarmaakt, stop je daar letterlijk tijd in. En wanneer je dat eten op tafel zet, laat je zien dat je geïnvesteerd hebt in jullie relatie.
Ik wil niet in clichés vervallen, maar het zijn toch vooral vrouwen die dat doen. Als zij koken voor iemand anders, cijferen ze zichzelf weg en proberen ze iets klaar te maken wat die persoon graag eet.
Zelfs al is de spaghetti plat gekookt en valt de saus niet te vreten, de liefde die erin gestopt werd, proef je nog altijd.
~ Charlotte De Backer , hoofddocent Communicatiewetenschappen Universiteit Antwerpen
Wanneer de gemiddelde man gasten ontvangt, denkt hij vooral: “Waar kan ik mee pronken? Met welk gerecht toon ik dat ik kan koken?” En ook wel: “Wat eet ik zelf graag?” (lacht) De keuken van een vrouw geeft globaal gezien meer liefde dan de keuken van een man. In ruil verwacht ze dan een klein beetje appreciatie, een dankjewel of wat enthousiasme.
Het is niet leuk als je kleinkinderen naar hun bord kijken en meteen roepen: “Beikes!” Als volwassene voel je dat wel aan: wanneer je bij vrienden gaat eten, probeer je altijd een complimentje te geven.
Als het echt héél goeie vrienden zijn, durf ik het wel te zeggen dat ik iets minder graag lust. Ik voeg er wel altijd aan toe dat ik het fantastisch vind dat ze iets hebben klaargemaakt voor mij. Zelfs al is de spaghetti plat gekookt en valt de saus niet te vreten, de liefde die erin gestopt werd proef je nog altijd.’
‘Dwing je kind niet zijn bord leeg te eten’
Over naar de kleinkinderen die gezellig aanschuiven! Kan je hen als grootouder ook nieuwe dingen leren eten of laat je dat beter aan de ouders over?
‘De uitdrukking “it takes a village to raise a child” telt ook als het gaat over eten en nieuwe smaken ontdekken. Die verantwoordelijkheid ligt zeker niet alleen bij de ouders. Neem nu een kindje dat bij mama en papa broccoli weigert. Wanneer de opa zou zeggen: “Bah, broccoli lust ik ook niet hoor!”, dan krijgt dat kind het teken dat het inderdaad niet moet proeven.
Dus het is wel een goed idee om als grootouder je kleinkinderen ook eens wat nieuwe dingen aan te bieden. Topchef Heston Blumenthal zegt trouwens dat je eenentwintig keer iets moet proeven en dan ga je het sowieso lusten.
Kinderen dwingen om hun bordje leeg te eten, is geen goed idee. Je geeft hen wel een groot cadeau door hen toch te laten proeven en hen verschillende smaken aan te bieden. We mogen niet vergeten dat veel gezinnen die luxe niet hebben: als je met een klein loon moet rondkomen, kán je simpelweg geen gevarieerde winkelkar vullen. Dus geniet ervan als je dat wel kan.
Het grote voordeel: wie als kind veel heeft geproefd, moet dat als volwassene niet meer doen. Want bij een jong kind is het nog schattig om te horen: “Dat lust ik niet! En dat ook niet!”, maar als je dat excuus als volwassene nog altijd moet bovenhalen…’
Dus ‘eten wat de pot schaft’ is geen achterhaalde uitdrukking?
‘Nee hoor, mijn spontane reactie is: hou dat zeker aan als je kan! Maar meteen daarna denk ik: “Komaan De Backer, je maakt ’s avonds heel vaak iets aparts voor je dochter!” Niet dat ik me daar goed bij voel hoor. Ik weet dat ik tijd moet investeren en het karakter moet hebben om te zeggen: “Nee, je eet dít en niets anders.” Want ik wil haar leren dat eten iets is dat je sámen doet, een moment van verbintenis.
Maar kijk, het is ’s avonds al zo druk, ik wil geen gedoe en gezeur, en dan geef ik toch maar toe… Het moet een beetje van twee kanten komen: kinderen moeten leren eten wat wij eten, maar andersom moeten wij ook rekening houden met hen.
Als ik een pikante Thaise curry op tafel zet, ga ik mijn dochter niet verplichten om daarvan te eten. Het valt me op dat mijn partner en ik nu veel vaker kinderkost eten: puree met groenten en worst erbij.’
Klassiekers
‘Als oma of opa ben je trouwens enorm bevoorrecht. Je kleinkinderen eten niet alle dagen bij jou, dus je mag ze zeker en vast eens verwennen. Grootouders kunnen hier echt een heel mooie rol in spelen.
De kinderen van mijn zus gingen op woensdag altijd bij mijn ouders en dan aten ze daar van die typische gerechten zoals gehakballetjes of hespenrolletjes. Die kinderen zijn nu achttien en twintig en associëren die gerechten nog altijd met mijn ouders. Mooi toch?
Voor mijn zus was het ook handig dat haar kinderen daar die klassiekers konden eten, want het zijn recepten waar toch wel wat tijd in kruipt. Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat alle grootouders tijd op overschot hebben en dus maar achter de kookpotten moeten kruipen!’
Charlotte De Backer pleit voor mildheid
Je kleinzoon verteert geen gluten, de schoonzoon wil geen suiker en je dochter eet geen vlees… het is soms niet evident om je familie uit dezelfde pot te laten eten. Hoe ga je daarmee om?
‘In mijn boek hou ik een pleidooi voor meer mildheid, zowel naar onszelf als naar anderen toe. Mensen die een medisch vastgestelde allergie hebben of ernstig intolerant zijn, kunnen niet anders dan bepaald voedsel te mijden.
Maar als dat niet het geval is, vind ik wel dat je je kan aanpassen aan de keuken die je aangeboden wordt. Een buitenlandse collega van mij is al jaren lactose-intolerant, maar als wij op een congres samen lunchen, neemt ze eerst een pilletje en kan ze gewoon met ons mee-eten.
Die mildheid en flexibiliteit mis ik de afgelopen jaren bij heel wat mensen. Ze volgen dogmatisch – en nogal egoïstisch – een bepaald exclusiedieet en durven op den duur te eisen dat iedereen in hun omgeving daarin meegaat. Ze vinden dat ze ‘het recht’ hebben om altijd en overal alleen te eten wat binnen hun dieet past.’
Antropologisch bekeken
‘Maar als antropologen een cultuur gaan bestuderen, krijgen ze als eerste belangrijke les: weiger nooit iets van het eten of drinken dat je aangeboden wordt. Anders kan je beter meteen je boeltje pakken en naar huis gaan, want je zal nooit volledig aanvaard worden door die mensen. Wel, in se zijn we allemaal een beetje antropoloog. Als je bij iemand gaat eten en je weigert iets omdat het niet binnen je dieet past, weiger je eigenlijk de liefde van die persoon.
Bij cadeaus voelen we dat beter aan. Ook al vinden we het maar niks, toch zeggen we: “Oh hoe lief, dankjewel!” Eigenlijk moeten we in verband met eten ook zo redeneren, opeten wat we voorgeschoteld krijgen en zo die liefde terugsturen naar degene die het heeft klaargemaakt. Dus mijn pleidooi is: doe thuis wat je wil, maar wees mild wanneer je buitenhuis gaat eten, zolang er tenminste geen medische redenen zijn.’
Een kant-en-klaarmaaltijd is als seks zonder liefde.
~ Charlotte De Backer , hoofddocent Communicatiewetenschappen Universiteit Antwerpen
Samen eten als je vegetariër bent
Ik snap perfect wat je bedoelt, maar ik heb er ook een bedenking bij. Ik eet zelf sinds mijn kindertijd geen vlees meer omdat ik het idee niet aankan dat een levend wezen voor mij gedood zou worden. Met de beste wil en met alle mildheid van de wereld… ik ga over mijn nek als ik vlees moet eten.
‘Inderdaad, ik was nog niet helemaal uitgepraat! Naast een medische reden is ook zo’n ethische reden er één waar we respect voor moeten hebben. Geen dieren willen doden voor consumptie is heel nobel, en het is trouwens bewezen dat we niet echt vlees nodig hebben voor een gezonde voeding. Hoe pak jij het dan aan als je ergens uitgenodigd bent en ze schotelen jou toch vlees voor?’
Dan leg ik uit waarom ik dat niet binnenkrijg, eet ik gewoon alles op wat er naast dat vlees ligt en schuif ik het vlees door naar de carnivoren van het gezelschap. Ik zeg er ook altijd bij dat ze voor mij niets anders hoeven klaar te maken.
‘Voilà, dat bedoel ik! Jij bent mild naar anderen toe door niet te verlangen dat ze hun menu aanpassen en dat vind ik heel erg mooi. Die voedsel-mildheid moet van beide kanten komen, dan is een groot deel van het probleem opgelost.’
Ankerpunten
Het viel me op dat door de coronacrisis heel wat mensen fervent begonnen te koken en dat familierecepten weer opgediept werden.
‘Klopt! Door de coronacrisis werden zulke dingen belangrijker dan ooit. Het is typisch dat we in tijden van onzekerheid op zoek gaan naar ankerpunten, naar momenten waarop het leven zorgeloos was. En heel vaak is dat iets uit de kindertijd. Als ik mijn wafelijzer bovenhaal… nog maar de geur ervan en ik kan me zo voor de geest halen hoe de keuken van mijn grootmoeder eruitzag.
Nog meer dan met woorden of beelden is het diepste van ons geheugen verbonden met geur en smaak: met een gerecht uit de kindertijd kan je zelfs bij heel oude mensen herinneringen uit die periode naar boven halen.'
Foto: Kristof Ghyselinck
