Van jongs af
Jeroen is de oudste van vijf kinderen en maakte de bevallingen van zijn mama en de verzorging van baby’s van dichtbij mee. Misschien werd daar de kiem gelegd voor zijn latere job: vroedvrouw.
Intussen werkt hij al elf jaar in het verloskwartier en de kraamafdeling van het Maria-Middelares ziekenhuis in Gent. Daar ‘doet’ hij – samen met de gynaecologen – vooral bevallingen. Als zelfstandige bij de vroedvrouwenpraktijk ‘De tiende maand’ begeleidt hij kersverse ouders aan huis.
Zeg maar vroedvrouw
Moet ik Jeroen een vroedman noemen? ‘Neen’, vindt hij. ‘Vroedvrouw is een beschermde titel, en er is nog altijd een onevenwicht in de plaats die vrouwen krijgen in onze samenleving. Ik draag met trots de naam vroedvrouw.
Mannen blijven uitzonderingen in de job, toch is het een mooi beroep dat veel meer inhoudt dan baby’s verzorgen. Je hebt medisch-technische deskundigheid en sociale vaardigheden nodig. Je draagt een grote verantwoordelijkheid en kunt veel betekenen.
Zeker nu moeders na een bevalling – ook bij een keizersnede – niet lang in het ziekenhuis blijven en daardoor thuis nog medische zorg nodig hebben. Ons werk is de afgelopen tien jaar uitgebreider en belangrijker geworden.’
Afrikaanse mama’s
Jonge mama’s en papa’s hebben veel vragen, zo ervaart Jeroen. ‘De baby weent en ze willen weten “Wat doe ik verkeerd?” Maar baby’s wenen nu eenmaal af en toe.
We lijken de voeling met zo’n klein wezentje een beetje kwijt. Een Afrikaanse mama zei me: “Bij ons ben je al mama voor je het echt wordt. Je zorgt mee voor de andere kinderen van de gemeenschap.”
Mama’s dragen de baby in een draagdoek en oma neemt af en toe over. Zij hebben geen professional nodig die hen leert omgaan met hun kindje. Ze zijn natuurtalenten als moeders.
Bij andere jonge ouders moeten we meer geruststellen, de moeilijke momenten normaliseren, vertrouwen geven, leren hoe ze het kindje kunnen troosten enzovoort.
Onlangs kreeg ik een foto van een afgevallen navelstrengstompje doorgestuurd. De mama maakte zich zorgen dat er een vezeltje van het verband op achtergebleven was. Dat was je gewoon af. Dat soort gewone zaken zijn niet meer vanzelfsprekend.’
Soms mooi, soms lastig
‘Ik krijg ook dagelijks rapporten van hoe de nacht is geweest: “Twee uur geweend en we kregen haar niet stil”. Het is heel normaal dat een kindje soms contact nodig heeft en niet tevreden is in zijn bedje.

Babygedrag moet je nemen zoals het komt. Op Instagram en Facebook zie je alleen wolken van baby’s met stralende ouders. Dat maakt ouders onzeker als het bij hen minder perfect loopt, of als ze niet meteen overlopen van moedergevoelens. De vroedvrouw is klankbord voor de realiteit: de mooie én de moeilijke kanten van jong ouderschap.
Veel begeleiding draait rond de borstvoeding. Die heeft sowieso uitdagingen en wij ondersteunen en moedigen aan. Maar ook als ouders voor flesvoeding kiezen, respecteren we dat. We moeten vooral geen schuldgevoelens aanpraten.’
Kartonnen bedje
‘Als vroedvrouw kom ik in heel verschillende situaties. Vorige week nog was ik bij mensen die geen geld hadden om luiers te kopen. Sommige baby’s zijn luxepaardjes, anderen slapen in een kartonnen doos. Grote contrasten en heel uiteenlopende vragen en behoeften. Maar ik doe het allemaal graag.
In gezinnen met financiële en sociale problemen wilde ik in mijn beginperiode alle scheve situaties rechttrekken, maar dat kan niet. Je leert het van je afzetten, al doe ik wel altijd wat ik kan. Door de jaren heen bouw je een netwerk op van hulpverleners en diensten bij wie je kan aankloppen.
Zorg- en hulpverleners moeten samenwerken, niet naast elkaar of in concurrentie. Dat geldt ook voor gynaecoloog, huisarts, Kind en Gezin… De vroedvrouw kan in die samenwerking een belangrijke rol spelen.’
Een vroedvrouw moet de juiste skills hebben. En het hart op de juiste plaats.
~ Jeroen , vroedvrouw
Papa aan boord
‘Zal een man onze baby evengoed aanvoelen als een vrouw, vragen ouders zich soms af. Maar zodra ze me kennen valt de twijfel weg. Het geslacht doet er niet toe, als je maar de juiste skills hebt, en het hart op de juiste plaats.
Papa’s vinden het leuk dat ik een man ben. Ik probeer hen ook echt te betrekken. De ene papa neemt meer zorg op dan de andere, en sommige mama’s willen het liever zelf doen. Elk koppel heeft een eigen dynamiek.
Maar de rol van de papa neemt over het algemeen wel toe. Vaders willen ook wel eens praten over de transitie van koppel naar ouders. Ze hebben soms het gevoel dat ze hun vriendin of vrouw wat kwijt zijn door het moederschap.’
Als het misgaat
‘Mama en papa worden is niet makkelijk. Alles is nieuw, en een kindje kan je niet naar je hand zetten. Ouders moeten in hun rol groeien. Perfectie is niet mogelijk en ook niet nodig.
“Het komt wel goed”, benadruk ik keer op keer. Soms gaat er toch iets serieus mis. Een kindje sterft bij of kort na de bevalling, of het is een zorgenkindje… Dan kan je als vroedvrouw veel betekenen.
Ook als hun kindje overlijdt zijn ze wel mama en papa geworden hé. Ik moedig hen aan om de baby vast te nemen, foto’s te maken, te zien hoe mooi het kindje is…
De omgeving kan er vaak niet mee overweg en ouders hebben het gevoel dat ze gemeden worden. Des te belangrijker dat wij er dan wél zijn voor hen.

Van droombeeld tot aanvaarding
‘Mijn mama had twee vroege miskramen en drie extreem premature kindjes die niet lang geleefd hebben. Misschien komt het daardoor dat ik met zo’n verlies om kan.
We komen ook bij kindjes met een beperking. Het droombeeld van de ouders viel aan diggelen. Wij helpen met aangepaste zorg voor het kindje en ondersteunen de ouders bij hun aanvaardingsproces.
Vroedvrouw zijn is hard werken. Maar ik zou niets anders willen doen.’
Op onze pagina Sterrenkindjes lees je getuigenissen en vind je informatie voor wanneer jij als ouder of grootouder, of iemand in je omgeving, getroffen wordt door het immense verlies van een kindje vlak voor of na de bevalling.
Foto’s: Kristof Ghyselinck
