Zelfs met de grootste schatten in huis is het ouderschap vaak een rollercoaster van uitdagingen. Van slapeloze nachten tot eindeloze driftbuien: het vraagt heel wat veerkracht om elke dag opnieuw overeind te blijven. Gelukkig kunnen veel kersverse ouders hun zorgen en twijfels delen met vrienden die hetzelfde doormaken. Journalist Kristina sprak met prille ouders uit haar vriendenkring over de ups en downs van het ouderschap en ontdekte niet alleen herkenbare strubbelingen, maar ook slimme oplossingen die het leven nét iets makkelijker maken.
Roze wolk
Veel aanstaande ouders dromen van een roze wolk na de geboorte van hun kindje, maar de realiteit blijkt soms minder idyllisch. Hoe hebben jullie dat ervaren?
Stef (33), papa van Kamiel (1 jaar) en vriend van Annelies: ‘Ik was ontzettend gelukkig toen Kamiel geboren werd, maar eerlijk? Dat hele “papagevoel” bleef uit in het begin. Je baby heeft jou niet direct nodig. Die wil drinken bij zijn mama en begint soms zelfs méér te huilen als jij hem vastpakt. Dat gevoel van verbinding kwam pas weken later, toen ik ook flesjes kon geven en Kamiel meer begon te reageren. Annelies benadrukte al vanaf het begin hoeveel ik deed, maar ik denk dat de komst van een kindje voor een man gewoon anders aanvoelt.’
Marijke (29), mama van Louise (3 maanden): ‘Bij mij is er wel sprake van een roze wolk, maar ik denk dat dat komt omdat we zo lang op Louise hebben moeten wachten. Mijn zus heeft een mentale beperking, en daarom wilden we via IVF (vruchtbaarheidsbehandeling waarbij de eicel buiten het lichaam wordt bevrucht, red.) proberen zwanger raken, zodat we die beperking niet zouden doorgeven. Twee jaar hebben we het geprobeerd, zonder succes. Gelukkig deelden we ons traject met onze omgeving. Daardoor kregen we veel steun en begrip, wat echt hielp. Sommige koppels houden het voor zichzelf, maar dat lijkt me nóg zwaarder.
Omdat de IVF niet aansloeg, besloten we het toch op een natuurlijke manier te proberen. Ik was snel zwanger, maar helaas liep die zwangerschap na een zestal weken mis. Na de volgende positieve test waren we extra bezorgd. Gelukkig hielp het relativeringsvermogen van mijn man me om niet té veel te piekeren, zeker toen de vlokkentest goed nieuws bracht. Waarna we Louise mochten verwelkomen.’
Dat je er als koppel voor elkaar bent, is duidelijk cruciaal. Maar hoe doe je dat als je allebei moe of gestrest bent?
Annelies (31): ‘Volgens mij is het belangrijkste dat je blijft communiceren over hoe je je écht voelt. Alleen zo blijf je elkaar begrijpen. Zelf heb ik het na Kamiels geboorte moeilijk gehad. Mijn beide ouders zijn overleden, mijn mama vrij recent nog. Het was heel confronterend om zo’n bijzondere ervaring niet met hen te kunnen delen. Geen raad kunnen vragen, geen bezoek van hen... Dat zorgde ervoor dat ik me tijdens mijn moederschapsverlof best eenzaam voelde, ook al kwamen er veel mensen langs.’
Marijke: ‘Bezoek is leuk, maar het zijn ook vaak verplichte nummertjes.’
Annelies: ‘Precies. Je moét enthousiast zijn, ook als je doodmoe bent. Eigenlijk voelde ik me daardoor soms nog meer alleen. Door dat bespreekbaar te maken, wist Stef wat er in me omging en kon hij daar goed op inspelen.’
Stef: ‘Ik heb Annelies bijvoorbeeld gestimuleerd om vaker naar buiten te gaan. In het begin zat ze bijna altijd thuis met Kamiel en had ze weinig afleiding. Ik zag dat het haar deugd deed om weer meer dingen voor zichzelf te doen.’
Annelies: ‘Ook terug gaan werken heeft geholpen om mijn draai te vinden. Ik had weer een routine, kwam onder de mensen en kon over iets anders praten dan luiers. Veel mama’s zien er tegenop om terug aan de slag te gaan, maar omdat Kamiel het meteen goed stelde in de opvang, voelde ik dat niet zo. Ik was zelfs blij om weer te beginnen!’
Stef: ‘Een andere goede stap was het invoeren van een maandelijkse date night. Eén keer per maand blijft Kamiel op vrijdagavond slapen bij mijn ouders, zodat wij samen op stap kunnen. Achteraf bekeken hadden we dat veel eerder moeten organiseren. Als prille ouders leef je vaak naast elkaar. Voor je het weet praat je alleen nog maar over praktische zaken en je kind.’
Annelies: ‘Ik kan me inbeelden dat je zo langzaam uit elkaar groeit. Wij proberen dat echt bewust te voorkomen door eraan te werken.’
Borstvoedingsbesognes
Ben jij er al klaar voor om Louise naar de crèche te brengen, Marijke?
Marijke: ‘Ik heb nog even om aan dat idee te wennen. We zijn al opvang beginnen zoeken toen ik net zwanger was, maar toch is er pas plaats wanneer Louise al vijf maanden zal zijn. Gelukkig heb ik recht op twee maanden extra borstvoedingsverlof, zodat we dat kunnen overbruggen. Al was het in het begin wel spannend, want die borstvoeding moest natuurlijk lukken. Toen het niet meteen op gang kwam, gaf me dat best wat stress.’
Annelies: ‘Borstvoeding was voor mij ook een grote bron van stress. Om de een of andere reden werkte maar één kant goed, en uiteindelijk dronk Kamiel alleen nog aan die ene borst. Maar ook daar had ik op den duur te weinig melk. Dus moesten we overstappen op kunstvoeding.’
Stef: ‘Daar heb jij het lastig mee gehad, hé?’
Annelies: ‘Ja, ik voelde me echt tekortschieten als moeder. Je stelt je tijdens de zwangerschap helemaal in op dat idee: “Ik ga mijn kindje zelf voeden.” Maar ik had nooit gedacht dat dat zo moeilijk kon verlopen. Toen Kamiel aan het einde steeds meer huilde omdat hij niet genoeg had, voelde ik me nog slechter. Toch bleef ik twijfelen of we moesten overstappen naar kunstvoeding. Gelukkig heeft Stef me toen geholpen om die knoop door te hakken.’
Stef: ‘Ik zag hoe moe en machteloos zij zich voelde... Zo kon het niet doorgaan.’
Hebben jullie advies ingeroepen van een vroedvrouw of lactatiekundige?
Annelies: ‘Ik heb een vriendin die vroedvrouw is. Zij heeft me ontzettend veel tips gegeven, soms zelfs via WhatsApp in het midden van de nacht! Maar ja, als je geen melk hebt... Dan houdt het op. Toch heeft ze me in veel andere situaties enorm geholpen. Ik raad iedereen aan om een vroedvrouw te zoeken die goed bereikbaar is. Je hebt namelijk vaak op de meest onverwachte momenten vragen, of het nu gaat over voeding, uitslag bij je kindje of iets anders.’
Marijke: ‘Voor mij is mijn kraamhulp echt een grote steun. In het begin dacht ik haar een week of twee te laten langskomen, maar ik besloot al snel om er maximaal van te genieten. Niet alleen omdat die extra hulp in het huishouden handig is, maar vooral omdat ze zoveel weet. Dankzij haar goede zorgen heeft ze bijvoorbeeld voorkomen dat een beginnende borstontsteking bij mij doorbrak.’
Buren en lotgenoten
Zijn er nog hulplijnen die jullie al hebben geraadpleegd?
Marijke: ‘Ik ben naar een mamacafé geweest in het ziekenhuis waar ik bevallen ben. Dat vond ik echt heel waardevol. We zijn de eersten in onze vriendenkring met een baby. Onze vrienden zijn superenthousiast, maar soms wil je ervaringen delen met iemand die hetzelfde meemaakt.’
Annelies: ‘Dat begrijp ik helemaal. Mijn broer heeft een kindje dat drie maanden ouder is dan Kamiel. Omdat we in dezelfde leefwereld zitten, wisselen we automatisch veel verhalen uit – en ook kleren en speelgoed. Toch zou ik nooit hulp vragen aan andere jonge ouders, bijvoorbeeld om op te passen. Ook al weet ik zeker dat andere mama’s en papa’s ons met veel plezier uit de nood zouden helpen, ik weet ook hoe druk zij het zélf hebben. Ik wil hen daar niet mee belasten.’
Stef: ‘Onlangs stond ik vast in een lange file en was ik niet op tijd thuis, terwijl Annelies naar een afspraak moest vertrekken. Ik heb toen de buren gebeld en gevraagd of ze een halfuurtje op Kamiel wilden passen. Ze waren meteen enthousiast.’
Annelies: ‘Zelf zou ik dat nooit gedurfd hebben! Al was het achteraf gezien wel een logische zet. Het is een gepensioneerd koppel dat ook regelmatig op hun eigen kleinkinderen past. Ik ben echt blij dat we hen achter de hand hebben. Een goede buur is – zeker voor prille ouders – soms écht beter dan een verre vriend.’
Foto: Kristof Ghyselinck
