Wie kleine kinderen heeft, weet dat grote emoties soms onverwacht en hevig kunnen toeslaan. Een broer of zus die een speeltje afpakt, spruitjes op het bord, of schermtijd die – uiteraard – te kort lijkt… De kleinste dingen kunnen voor je kind als het einde van de wereld voelen. Wat volgt, zijn vaak tranen, geschreeuw of stampvoeten. Orthopedagoog Steven Gielis deelt hoe je kinderen kunt helpen om over die overweldigende gevoelens te praten.
De expert
Steven Gielis is lector orthopedagogie, oprichter van opvoedingsondersteuningsplatform ZITDAZO en auteur van verschillende boeken waaronder ‘Het grote boek van alle emoties’ (Lannoo, 2024).
Bespreekbaar
Nog voor baby’s hun eerste woordje zeggen, herkennen ze al emoties. Het is dus nooit te vroeg om met je kinderen over gevoelens te praten. ‘Zinnen als “Ik zie dat je boos bent” of “Je hebt nu verdriet” zijn al vanaf de vroege kindertijd enorm waardevol,’ vertelt Steven Gielis. De orthopedagoog heeft het tot zijn missie gemaakt om ouders en opvoeders te helpen gevoelens bespreekbaar te maken. Want woorden vinden voor boosheid, angst, verdriet of verveling – en leren hoe je ermee omgaat – is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Toch is het van onschatbare waarde. ‘Uit onderzoek blijkt dat kinderen met goed ontwikkelde emotionele vaardigheden later meer succes ervaren, zowel professioneel als privé,’ legt Gielis uit. ‘Kinderen die hun emoties leren begrijpen en reguleren, bouwen meer veerkracht op. Ze kunnen beter omgaan met veranderingen, uitdagingen en stressvolle momenten, en onderhouden sterkere sociale contacten en vriendschappen.’
Als je kind kan zeggen of het zich boos, verdrietig, bang of verveeld voelt én daar gepast op kan reageren, pluk je daar als ouder ook de vruchten van. ‘In plaats van uit te barsten, zal je kind misschien even diep ademhalen of wegstappen uit een frustrerende situatie,’ legt Steven Gielis uit. Dat klinkt ongetwijfeld als muziek in de oren, zeker omdat kinderen die dit kunnen zich ook beter in hun vel voelen. Maar… hoe help je kinderen om dat te leren en te praten over hun gevoelens?
1. Gebruik de televisie als hulpmiddel
‘Er zijn zoveel momenten waarop je het over gevoelens kunt hebben. Zit je samen voor de tv? Benoem dan eens de emoties van de personages op het scherm. Bij wat oudere kinderen kun je vragen: “Hoe denk je dat die zich nu voelt?” Zo kun je het gesprek verder verdiepen met vragen als: “Ja, die huilt, dus waarschijnlijk is die verdrietig. Maar huilen mensen alleen bij verdriet? Of ook als ze heel blij zijn?”
Ook een rapportuitreiking is een kans om emoties te bespreken. In plaats van alleen de cijfers te bespreken, kun je vragen: “Hoe voel jij je bij je punten?” Dat geeft het gesprek meteen meer diepgang.’
2. Haal er een boek bij
Er zijn ook heel wat kinderboeken die speciaal geschreven zijn om emoties bespreekbaar te maken. Een mooi voorbeeld is Het grote boek van alle emoties, dat Steven samen met illustratrice Louise Marie Leuwers maakte. ‘Het boek is bedoeld voor kinderen van 3,5 tot 9 jaar, en bevat per emotie verschillende praatprenten. Die helpen om uit te leggen hoe een bepaald gevoel aanvoelt,’ legt Steven uit.
Naast de praatprenten vind je in het boek ook gerichte vragen en oefeningen, aangepast aan verschillende leeftijden. Voor jongere kinderen zijn er eenvoudige opdrachten, terwijl oudere kinderen meer uitdagende oefeningen kunnen doen. ‘Zo kun je samen aankruisen in welke situaties je kind weleens boos wordt. Door die situaties te benoemen, leert je kind sneller signalen van boosheid herkennen, zoals een snelle ademhaling, warmte of tintelende handen. Dat maakt het makkelijker om tijdig in te grijpen,’ vertelt Steven.
Het boek bevat ook lijstjes met praktische tips voor wat je kind kan doen als het boos is: rustig ademhalen, even hardlopen, met een huisdier spelen of zich uitleven op de trampoline. Het zijn eenvoudige strategieën om boze energie op een gezonde manier kwijt te raken.
3. Let op lichamelijke signalen
Emoties zoals boosheid kunnen vaak gepaard gaan met duidelijke lichamelijke gewaarwordingen, maar soms is het minder vanzelfsprekend. ‘We weten dat negen op de tien keer, wanneer een kind klaagt over buikpijn, er geen fysieke oorzaak is,’ legt Steven uit. ‘De pijn is écht voelbaar, maar het heeft vaak een emotionele oorzaak, zoals stress of spanning. Dit geldt ook voor volwassenen: in tijden van stress merk je bijvoorbeeld vaker maagklachten of pijn in je rug of nek.’
Het is uiteraard belangrijk om altijd een lichamelijke oorzaak uit te sluiten wanneer je kind zich niet goed voelt, maar vergeet niet om ook de emotionele kant te overwegen. ‘Als mijn dochter van 10 jaar zegt dat ze buikpijn heeft, vraag ik altijd waarom ze denkt dat dat zo is,’ zegt Steven. ‘Een keer antwoordde ze: “Het was druk vandaag in de klas.” Vervolgens gingen we samen op zoek naar manieren om tot rust te komen.’
4. Geef zelf het goede voorbeeld
Een andere waardevolle tip is om openlijk te laten zien hoe jij je voelt. Zelfs – of: zeker – wanneer dat minder goed is. ‘In de generaties voor ons werd het vaak niet als gepast beschouwd om emoties te tonen,’ legt Steven uit. ‘Gevoelens zoals jaloezie of onzekerheid werden zelden besproken, waardoor we de neiging hebben om ze zelf ook te verzwijgen. Ik werd bijvoorbeeld zelf eens overvallen door verdriet toen ik op sociale media een herinnering aan een overleden vriend zag. Op dat moment belden mijn dochters me via videocall. Mijn spontane reactie was om mijn tranen te verbergen, maar ik besloot dat niet te doen. Ik legde kort uit waarom ik verdrietig was en zei dat ik even naar buiten zou gaan om het van me af te zetten. Door zo open om te gaan met emoties, laat je je kinderen zien hoe je op een gezonde manier met moeilijke gevoelens omgaat. Dit helpt hen om ook zelf beter met hun eigen emoties om te gaan.’
5. Verwacht geen perfectie
‘Peuters begrijpen vanaf ongeveer 18 maanden basisemoties zoals vreugde, angst of verdriet, zowel bij zichzelf als bij anderen,’ legt Steven uit. ‘Tussen 3 en 5 jaar krijgen ze ook meer inzicht in complexere emoties zoals schaamte, eenzaamheid en dankbaarheid. Vanaf de lagere school leren kinderen bovendien dat verschillende mensen verschillende emoties kunnen hebben in dezelfde situatie.’ Hoewel je vanaf die leeftijden enig emotioneel inzicht kunt verwachten, is het nog te veel gevraagd om van je kind te verwachten dat het zijn gevoelens altijd perfect kan controleren.
‘Emotieregulatie is een proces dat jarenlang oefening vergt. Soms zal je kind gepast reageren, soms niet. Dat is heel normaal, want de hersenen van kinderen zijn nog in volle ontwikkeling. De prefrontale cortex, die verantwoordelijk is voor het reguleren van emoties, is pas op de leeftijd van 25 jaar volledig rijp. Dit maakt het voor kinderen moeilijk om impulsen te beheersen. Huilbuien en woede-uitbarstingen komen dus vaak voor. Zeker omdat jonge kinderen nog niet altijd de woorden hebben om uit te leggen wat hen dwarszit. Stel je voor dat je iets wilt, maar het niet kunt verwoorden, of dat je niet begrijpt waarom iets niet kan. Het is dan niet verwonderlijk dat frustratie de overhand neemt. Ik zeg het wel eens tegen mezelf als het mijn kinderen even te veel wordt: “Hun hersenen zijn nog niet klaar.” Dat bespaart mij op mijn beurt heel wat frustratie.’
