Een huis renoveren hoef je niet in je eentje te doen. Een wijkrenovatie is een slimme manier om je woning energiezuinig te maken. Dankzij praktische en professionele begeleiding weet je precies waar te beginnen. Zo wordt je huis klimaatvriendelijk en daalt je energiefactuur aanzienlijk. En je staat er niet alleen voor.
Renoveren
De Belg heeft een baksteen in de maag, dat is algemeen bekend. Maar ook die stenen zijn vergankelijk. Het huis dat je pakweg dertig jaar geleden bouwde, beantwoordt vandaag vaak niet meer aan de huidige isolatie- en energienormen. En als je daar niet van wakker ligt, dan misschien wél van je energiefactuur?
Een renovatie is de logische stap, maar ook dat is niet evident. Het kost al gauw handenvol geld. Bovendien kom je onderweg vaak verrassingen, stof en stress tegen. En hoe weet je welke aannemer je kan vertrouwen? Misschien kan een wijkrenovatie die zorgen verlichten.
Een wijk euhm... wat?
Bij een wijkrenovatie trekken verschillende eigenaars binnen dezelfde buurt of gemeente samen aan hetzelfde zeel. Ze starten ongeveer gelijktijdig met de voorbereidingen. Meestal, maar niet altijd, komt het initiatief van een lokale overheid, die wil inzetten op een wijk waar de woningen er minder goed aan toe zijn.
‘In een eerste stap wordt de renovatie intensief gepromoot: van deur tot deur gaan, mensen informeren en ervoor zorgen dat buren erover praten’, vertelt Anne Pijl van Rots vzw. Die organisatie zet zich in voor kwalitatief en duurzaam leven, wonen en (ver)bouwen, met extra aandacht voor kwetsbare groepen. Rots begeleidt regelmatig zulke wijkrenovaties.
‘Wie intekent, wordt intensief begeleid. We starten met een analyse van de woningen: de grootste pijnpunten worden in kaart gebracht en we suggereren de meest interessante ingrepen. Altijd met oog voor het beschikbare budget. In een volgende fase kunnen de eigenaars beroep doen op onze poule van aannemers. Dat zijn meestal mensen met wie we in het verleden al samenwerkten en goede ervaringen opdeden. Dat geeft extra zekerheid, want daar maken eigenaars zich vaak zorgen over. In sommige gevallen kunnen we ook een groepskorting onderhandelen. Daarna gaat elk project zijn eigen weg, want geen enkele renovatie is hetzelfde. Elke situatie is bouwtechnisch anders, en niet iedereen heeft dezelfde verwachtingen of hetzelfde budget. Dat is niet volledig te stroomlijnen’, legt Pijl uit.
Perfect werk
Die manier van werken brengt heel wat voordelen met zich mee. Dankzij de intensieve begeleiding en het onderlinge contact tussen buren kunnen eigenaars bewustere keuzes maken. ‘De begeleiding was super’, knikt ervaringsdeskundige Joris, die met zijn vriendin Liesbeth in het centrum van Wetteren woont. Samen tekenden ze in op de wijkrenovatie van de aanpalende Stuivenbergwijk. Hun renovatie focuste vooral op isolatie, en dat was broodnodig. Hun huis, ruim een eeuw oud, werd in de loop van de jaren wel enkele keren opgeknapt, maar de isolatie bleef een groot pijnpunt. ‘Dat voelden we sterk in de winter. Het huis was moeilijk warm te krijgen, je stookt je een ongeluk. Daar wilden we echt iets aan doen’, legt Joris uit.
Dus stroopten Joris en Liesbeth de mouwen op. Het dak van hun bel-etagewoning werd aangepakt en ook de gevels kregen een grondige renovatie. Met dank aan de wijkrenovatie en Rots vzw. ‘Die mensen hebben enorm veel betekend voor ons. Ze maakten niet alleen een overzicht van mogelijke ingrepen, maar brachten ook zelf ideeën aan. Zo stelden ze voor om van onderuit te isoleren: een prima idee.
Ook bij al het papierwerk waren ze een grote hulp. We zijn daar zelf niet zo goed in, dus dat was erg welkom. Ze brachten ons bovendien in contact met de aannemer die de werken uitvoerde. Die leverde perfect werk. We zijn heel tevreden en ik zou het iedereen aanraden om op deze manier te werken.’
Gezinnen en renovaties
Uit onze Gezinsbarometer blijkt dat:
- 4 op de 10 gezinnen zouden deelnemen aan een wijkrenovatie als die in hun buurt georganiseerd wordt.
- Voor 1 op de 4 gezinnen de financiële drempel te hoog is.
- 1 op de 2 gezinnen ondersteuning wil van een renovatieadviseur.
- Gezinnen een wijkrenovatie als een kans zien om de leefkwaliteit van de buurt te verhogen, met meer groen, speelruimte voor kinderen en minder verharding.
Op naar 2050
Dankzij de wijkrenovatie telt Wetteren weer enkele beter geïsoleerde en dus energiezuinigere huizen. Dat scheelt op de energiefactuur, maar helpt ook onze samenleving op weg naar de doelstelling van 2050. De Europese Unie wil tegen dan klimaatneutraal zijn. Dat heeft grote gevolgen voor ons woonpatrimonium: tegen 2050 moeten alle woningen in Europa een energielabel A hebben en mag er niet langer met fossiele brandstoffen worden verwarmd.
‘Daar zijn we nu nog ver vandaan’, zegt Pieter Ledeganck, expert energie, klimaat en wonen bij de studiedienst van de Gezinsbond. ‘Vandaag heeft slechts een paar procent van de Vlaamse woningen een EPC-label A. Bovendien worden de normen om zo’n label te krijgen de komende jaren nog strenger. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel.’
Zijn wijkrenovaties hét wondermiddel om dat doel te bereiken? Waarschijnlijk niet, maar ze kunnen wel een belangrijke duw in de rug geven. Laten we kijken naar de mogelijkheden. Hoe begin je aan zo’n wijkrenovatie? Ruwweg zijn er twee manieren van werken: van onderuit of van bovenaf.
Kluwen aan premies
‘In het eerste geval komt het initiatief van een buurtcomité dat een gemeenschappelijk belang ziet. De buurt kan dan zelf een project opstarten en op zoek gaan naar partners. Maar dat is niet evident, zeker in minder welgestelde wijken’, vertelt Pieter Ledeganck. ‘In het ideale scenario vertrekt het initiatief van de lokale overheid. Die deelt de stad op in verschillende wijken die aangepakt moeten worden. Daarna wordt er overal aangebeld, liefst door iemand die een echte connectie heeft met de bewoners. Vooral in minder welgestelde wijken kan buurtwerk daar een belangrijke rol spelen.’
Daarmee raken we een heikel punt: renoveren is vaak een dure bedoening. Voor veel mensen is dat een grote drempel. Voor een oplossing kijkt de expert van de Gezinsbond naar de Vlaamse overheid. ‘Er is nood aan extra ondersteuning. Er bestaan al renovatiepremies, maar dat systeem werkt niet optimaal. Het is een kluwen, en bovendien worden de premies pas achteraf uitbetaald. Wij ijveren voor een eengemaakte premie die vooraf wordt uitbetaald. Anders blijven net de kwetsbare groepen uit de boot vallen. En ook zij moeten mee in dit verhaal.’
Maar... Hoe start je zelf zo'n wijkrenovatie?
Zoek partners
Renoveren doe je niet alleen. De meeste gezinnen zijn niet dagelijks bezig met verbouwen en hebben dus ondersteuning nodig. Klop aan bij je lokaal energiehuis (mijnenergiehuis.be), je lokale energiecoöperatie (vlaanderen.be/energiecooperaties) én je gemeente.
Zoek trekkers
Begin met een groepje enthousiaste bewoners. Misschien ken je elkaar van de buurtbarbecue, de schoolpoort of de sportclub. Maak een communicatieplan: hoe overtuig je de rest van de wijk? Bovenstaande partners kunnen je hierbij ondersteunen.
Leer van voorbeelden
Er bestaan al heel wat geslaagde wijkrenovaties. Kijk naar goede praktijken via het 100-wijkenplatform, of ga zelf even op zoek online. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten biedt nuttige communicatietips.
Betrek je buren actief
Steek folders in de bus, doe een oproep in het gemeenteblad of spreek mensen aan op evenementen. Maar vooral: ga langs, bel aan en leg persoonlijk uit wat je van plan bent. Zo krijg je meteen zicht op de noden van bewoners.
Vergeet niemand
Misschien zijn er in je wijk huurwoningen, appartementen of nieuwkomers. Ook zij hebben recht op een duurzame woning. Spreek de eigenaar of syndicus aan.
Voorzie inspraak
Luister naar de zorgen, wensen en ideeën van bewoners. Samen renoveren levert voordelen op, maar vraagt ook samenwerking en afspraken. Zorg voor een duidelijk aanspreekpunt waar iedereen met vragen terechtkan.
Hou rekening met budgetten
Werk met je partners een systeem van prefinanciering uit voor wie dat nodig heeft. De overheid biedt leningen en subsidies aan, maar soms is dat niet genoeg. Zorg ervoor dat iedereen die wil deelnemen, ook effectief de kans krijgt.
Foto's: Kristof Ghyselinck