‘Je hoort vaak dat onderwijs in Vlaanderen gratis is. Toch krijgen ouders hoge schoolfacturen, zoals voor uitstappen, opvang of maaltijden. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?’
Een begrijpelijke vraag, want het woord ‘gratis’ kan verwarrend zijn.
Wat is gratis?
In Vlaanderen betekent ‘gratis onderwijs’ dat scholen:
- Geen inschrijvingsgeld mogen vragen.
- Gratis basisleermiddelen moeten voorzien: alles wat strikt nodig is om de leerdoelen te halen.
Wat mag de school wel aanrekenen?
Bepaalde kosten vallen buiten het principe van gratis onderwijs:
- Activiteiten en uitstappen die de lessen verrijken, zoals schoolreizen, toneelbezoeken of zwemlessen. Hiervoor geldt een maximumfactuur. Voor kleuters bedraagt die €55 per schooljaar (2025-2026), voor de lagere school €110 per jaar. Voor meerdaagse uitstappen in de lagere school geldt een apart maximum van €550 voor de hele schoolloopbaan.
- Maaltijden en drankjes: middagmaaltijden en tussendoortjes zijn altijd betalend.
- Voor- en naschoolse opvang: deze kosten vallen buiten de regelgeving rond gratis onderwijs.
Hoe zit het in het secundair onderwijs?
In het middelbaar is er geen maximumfactuur. De school moet wel een transparante kostenlijst bezorgen, zodat ouders vooraf weten wat de mogelijke uitgaven zijn.
Samengevat: de inschrijving en de noodzakelijke leermaterialen zijn gratis. Alles wat daarbovenop komt – uitstappen, maaltijden, opvang – mag de school doorrekenen, maar vaak met maximumgrenzen.
Nieuw schooljaar brengt financiële kopzorgen
Uit de nieuwste Gezinsbarometer van de Gezinsbond, een representatief onderzoek bij gezinnen in Vlaanderen met inwonende kinderen tussen 0 en 18 jaar, blijkt dat een op zeven van de gezinnen moeite heeft om de kosten bij de start van het schooljaar te dragen. Het nieuwe schooljaar gaat traditioneel gepaard met heel wat uitgaven, zoals schoolboeken- en materiaal, kledij, lidgeld voor vrijetijdsactiviteiten en hobby’s, busabonnement, uitgaven voor de fiets en die drukken zwaar op het gezinsbudget.
De financiële druk is het grootst bij gezinnen met één inkomen. Ook het aantal kinderen speelt een rol: gezinnen met drie of meer kinderen sluiten vaker compromissen en slagen er zo meestal wel in om rond te komen.
'Het is heel goed dat het Groeipakket, dat voor een op de drie gezinnen een noodzakelijke toevoeging is aan het gezinsinkomen, eindelijk terug is geïndexeerd’, zegt Jeroen Sleurs, directeur van de Gezinsbond. ‘Maar helaas volstaat het Groeipakket niet om de kosten van kinderen te financieren. Zeker niet nu de Schoolbonus ook wegvalt. We blijven als Gezinsbond pleiten voor structurele ondersteuning voor gezinnen, over beleidsdomeinen heen. Denk aan inkomensgerelateerde kinderopvang, betaalbare woningen en een betere vergoeding voor het ouderschapsverlof.'
Meer over de Gezinsbarometer lees je hier.
